CANADA van 5 tot en met 30 juni 2012

Inhoud:

Dinsdag 5 juni, vlucht van Schiphol naar Toronto en met huurauto naar Kingston.

Woensdag 6 juni, tripje Kingston, Napanee, Prince Edward County.

Donderdag 7 juni, tripje naar Gananoque, Thousand Islands en Jones Falls

Vrijdag 8 juni, van Kingston naar Toronto

Zaterdag 9 juni, vlucht van Toronto naar Vancouver en camper ophalen in Langley.

Zondag 10 juni, van Vancouver via BC Ferries naar Vancouver Island en Quadra Island.

Maandag 11 juni, tripje naar Rebecca Spit Provincial Park

Dinsdag 12 juni, van Quadra Island naar Tofino

Woensdag 13 juni, tripje naar Ucluelet en Wild Pacific Trail

Donderdag 14 juni, Tofino en Long Beach

Vrijdag 15 juni, van Tofino naar Nanaimo.

Zaterdag 16 juni, van Nanaimo naar Whistler, met overtocht BC Ferries.

Zondag 17 juni, van Whistler naar Green Lake bij 70 Mile House

Maandag 18 juni, van Green Lake bij 70 Mile House naar Clearwater

Dinsdag 19 juni, trip in Wells Gray Provincial Park

Woensdag 20 juni, van Clearwater naar Jasper.

Donderdag 21 juni, trip naar en boottocht op Maligne Lake

Vrijdag 22 juni, van Jasper naar Lake Louise

Zaterdag 23 juni, tripje Lake Louise en Bow Valley Parkway v.v.

Zondag 24 juni, van Lake Louise naar Banff.

Maandag 25 juni, tripje naar Lake Minnewanka.

Dinsdag 26 juni, van Banff via Yoho NP en Glacier NP naar Revelstoke.

Woensdag 27 juni, van Revelstoke naar Chase aan het Shuswap Lake.

Donderdag 28 juni, van Chase via de Fraser Canyon naar Harrison Hot Springs

Vrijdag 29 juni, van Harrison Hot Spring naar Langley en naar Vancouver voor terugvlucht.


Voorwoord

Met Tiny en Wim gaan we een rondreis maken door British Columbia, inclusief Vancouver Island, en Alberta. Met een Traveland RV. Maar eerst maken we een tussenstop in Toronto voor een bezoek aan Ben en Wil en om Ontario weer eens te zien.


Terug naar overzicht



Dinsdag 5 juni, vlucht van Schiphol naar Toronto en met huurauto naar Kingston.

Tiny en Wim zijn er om 6.00 uur, gelijk met de taxi. Het is maar 6 graden en er is veel bewolking. We gaan meteen op weg naar Schiphol, waar we binnen het kwartier in terminal 3 zijn bij Air Transat. Gelukkig hebben we dankzij het met beleid meenemen van spullen geen extra koffer, want dat kost EUR 16 per kilo. Tiny en Wim moeten voor de derde koffer 144 euro bijbetalen! Ze dachten als we toch een extra koffer meenemen, dan kan daar nog wel wat bij, maar het wordt niet per stuk, maar per kilo berekend en dat is nieuw. En ik baal van de strenge controle, omdat ik mijn nieuwe sunmilk en aftersun moet afgeven. Heb me niet gerealiseerd, dat de inhoud meer is dan 100 ml en dat mag niet in de handbagage.

De paspoortcontrole gaat snel. We drinken espresso en thee bij Dutch Coffee en gaan naar gate E 2 voor de boarding. Ondertussen verbazen we ons over het vele water dat uit de Airbus stroomt. Manon whatsappt, dat ze met de jarige Mylène cakejes gaat eten bij de Hema.

Om 9.15 uur zitten we in het toestel, rij 21 naast de vleugel. De plaatsen zijn krap. De verwachte vliegtijd is 7.25 uur. Om 9.32 uur gaan we los van de gate en taxiën over de Polderbaan richting Haarlem. Er lijkt geen eind aan te komen. Dan tegen 10.00 uur gaan we de lucht in. Boven de Noordzee en Groot Brittannië is het half bewolkt, maar van de Atlantische Oceaan zien we niets. De lunch is pasta of kip met rijst, met zure frisse bonensalade, een broodje en een cakeje. Wijn erbij, koffie en thee toe en we zetten de horloges alvast 6 uur terug. Het is een heel rustige vlucht, maar slapen lukt niet. Later krijgen we nog een stuk pizza met jus d'orange en om 10.50 uur wordt de landing ingezet naar Pearson Airport Toronto. Het is 17 graden en de zon schijnt door de wolken. De douane gaat snel, maar Wim moet heel lang wachten op een tas en een koffer. Hij had eerst de koffer van een ander gepakt, dat bleek toen een man de zijne kwam opeisen.

Het is een eind lopen naar Alamo en de formaliteiten bij de autoverhuur nemen even tijd, maar dan kunnen we op pad met een blauwe Dodge Grand Caravan, een SUV, met licenceplate BMMM-206 van Ontario. Er staat 36073 km op de teller. We hebben medelijden met een jong stel, dat wel een voucher heeft maar toch geen auto mee krijgt, omdat ze nog geen 21 jaar zijn. Om 12.30 uur vertrekken we en nemen de 401 east. Ton rijdt. In Ajax drinken we bij Tim Hortons koffie van het kaliber slootwater, maar de muffins en pecan/honing broodjes zijn erg lekker. Na nog een stop op een P langs de 401 komen we om 16.30 uur aan bij het Courtyard Marriott Hotel in Kingston. Het is zonnig en 23 graden. In het prachtige, moderne hotel is alles nieuw en 'green', qua inrichting en beleid. Daar gaan ze erg prat op. We krijgen de kamers 332 en 334, whatsappen met de kinderen en gaan dan naar Grants No Frills supermarket voor water en vruchtensap. We kopen ook meteen een wegenkaart van Ontario. Op de terugweg eten we bij Swiss Chalet. Ton spareribs met frites, ik een gegrilde kippenpoot met ceasar salad. Wijntje en Coke erbij.

Terug in het hotel bellen we met Ben en Wil en spreken morgen om 10.00 uur af. Ben zal een tafel reserveren bij restaurant Royal Coachman voor 19.00 uur. We sturen mailtjes, lezen en doen al om 21.30 uur het licht uit.

Toronto Pearson Airport - Kingston: 271 kilometer.


Terug naar overzicht



Woensdag 6 juni, tripje Kingston, Napanee, Prince Edward County.

Meteen in slaap gevallen, wel 5 x wakker geweest, maar toch lekker zo'n 8 uur geslapen. Om 7.00 uur straalt het zonlicht naar binnen. Een uurtje later gaan we met Tiny en Wim naar de ontbijtzaal, waar we heerlijke yoghurt parfait met verse aardbeien en muesli eten. Espresso erbij. Tiny en Wim gaan voor een breakfast met scrambled eggs, bacon en gebakken aardappels. Na skypen met de Hennies gaan we om 9.15 uur op weg naar Napanee, via de 33 en Bath langs het North Channel. De zon schijnt fel op het blauwe water. Tiny en Wim zijn ook enthousiast over de mooie omgeving. Het oogt zoveel vrolijker dan in oktober. Huizen, tuinen, alles ziet er heel schoon en goed onderhouden uit. Het ritje duurt langer dan we dachten en we bellen dat het een half uurtje later wordt.

Napanee is zoals we het ons herinneren, de Napanee rivier met waterval, de hoofdstraat en de weg naar Slash Road. Het is nauwelijks veranderd. Om half 11 zijn we op nummer 14. Zo fijn om elkaar weer te zien! Gelukkig is er ook een klik tussen Tiny en Wim en Ben en Wil en we zitten aan een stuk door te praten. Eerst binnen, later op de waranda, waar we bij de voederhuisjes in de tuin allerlei vogels zien als goldfinch, robin en blue jay en ook squirrels. Het voelt weer helemaal vertrouwd, nadat we er in 1995 en 1998 waren. Niet voor te stellen, al 14 jaar geleden.

Om 11.00 uur gaan we op weg naar Prince Edward County voor een tripje in de omgeving. Uiteraard eerst door Deseronto naar de Native Renaissance in Tyendinaga. Een prachtige winkel gerund door indianen, natives, uit het Mohawk territory. Als aandenken koop ik een halssnoer met een zilveren eagle eraan.

Dan gaan we via Picton en over mooie wegen naar het Lake on the Mountain. Zo leuk om het terug te zien! Ben en Wil verrassen ons met een lekkere lunch bij The Inn. Mooi gelegen bij het meertje, met oude schuurtjes en een oldtimer. Dankzij het lekkere weer kunnen we op het terras eten. De heren gaan voor hamburger met frites, de dames voor quiche met ceasar salad. Ton en ik drinken er een smakelijk Lake on the Mountain biertje bij.

Gezamenlijk lopen we een stuk langs het water en steken de weg over om van het prachtige uitzicht te genieten op de lager gelegen Bay of Quinty, Adolphus Reach en de Glenora Ferry.

Langs Prince Edward Bay met het Military Museum, via Milford en Cherry Valley gaan we naar Sandbanks Provincial Park. Op twee verschillende plaatsen, een keitjes- en een zandstrand, genieten we van het Lake Ontario. Langs de rand van het heldere, turkoois gekleurde water, scharrelen veel meeuwen, plevieren en Canadese ganzen.

Overal zweven pluizen cottonwood door de lucht en eenmaal in de geultjes op het strand glinstert het spul met de dauwdruppels en zonnestralen erop als kristal. Vanaf de picknicktafel zien we aan de (onzichtbare) Amerikaanse kant van het meer veel stapelwolken. Op de terugweg naar de auto valt Ben. Hij bezeert zich niet, maar is wel aangeslagen. Hij was even wat benauwd en wankelde. Ton en ik ondersteunen hem en hij belooft, dat hij maar weer eens naar de dokter gaat. Hij heeft het wel vaker. Misschien omdat hij bepaalde schildkliermedicijnen niet meer krijgt. Later ging het gelukkig wel beter.

In Bloomfield kijken we rond in het beeldige cadeauwinkeltje Green Gables en bij een ijssalon trakteren Tiny en Wim op ijs. Daar smullen we relaxed van in zoet gekleurde Adirondack stoelen op het terrasje.

Er ontwikkelen zich grote onweerswolken. Snel terug naar Napanee, omkleden en dan naar restaurant Royal Coachman. Het spat en rommelt, maar in het knusse huiskamerrestaurant merken we er niets van. De mannen gaan uiteraard voor vlees, Ton sirloin met champignons, Wim beef Wellington, Ben porc. De vrouwen nemen vis. Wil forel met een vulling van garnalen en krab en Tiny en ik zalm. Erg goed, maar de bijgerechten zijn niet spannend. Bloemkool, zoete worteltjes en gepofte aardappel met crème fraîche. Lekkere pinot grigio erbij. Dit gezellige etentje nemen Tiny en Wim en wij voor onze rekening.

Het onweer dat is weggetrokken heeft het buiten een stuk frisser gemaakt. We brengen Ben en Wil thuis en nemen met moeite afscheid. Ze hebben zo genoten van de dag en Wil was er, ondanks dat het erg vermoeiend voor haar was, van opgeknapt. Tiny en Wim vonden het ook erg leuk, net als wij. Het afscheid nemen valt me zwaar. Misschien hebben we Ben en Wil wel voor het laatst gezien. 84 is een hoge leeftijd en, hoewel het gezichtsvermogen van Wil erg achteruit gaat, baart vooral Ben ons zorgen. We hebben weer van ze genoten met hun hartelijkheid en de heerlijke mix van Engelse en Nederlandse woorden.

Via de 401 keren we terug in het hotel in Kingston.

Rondrit Kingston - Napanee - Prince Edward County: 253 kilometer.


Terug naar overzicht



Donderdag 7 juni, tripje naar Gananoque, Thousand Islands en Jones Falls

Toch een beetje jetlag. Vroeg wakker. Na het heerlijke ontbijt, yoghurt parfaits met een dubbele espresso, mailen we naar Henny over gisteren en gaan op weg voor een boottocht door Thousand Islands. Eerst rijden we naar het Waterfront in Kingston en wandelen door downtown met de haven, Confederation Park met fonteinen, rood bakstenen panden en allerlei historische gebouwen als de City Hall, Victoriaanse huizen en de mooie St. George Cathedral. Daar nemen we een kijkje binnen. Verderop is markt, dus dat is ook leuk meegenomen. Uiteraard is er veel maple syrup te koop, of te wel sirop d'erable, want alles staat hier ook in het Frans.

Op weg naar Gananoque rijden we een stukje om langs de militaire basis bij Fort Henri, maar het is niet wat we ervan verwachten. Bij de Gananoque Boatlines halen we kaarten voor een 2,5 uur durende vaart door Thousand Islands in de St. Lawrence River à 27 dollar p.p. Vertrek 13.00 uur. Voor die tijd lunchen we bij de Gananoque Inn met Greek salad en Pinot Grigio. Erg lekker. Op het overdekte terras kunnen we boot en tijd goed in de gaten houden. Er is veel animo voor de boot, maar we vinden prima plaatsen op het achterdek. In de luwte en de zon. Het is een relaxte vaart met dit prachtige weer. Heel anders ook weer dan met de herfstkleuren in oktober, maar erg mooi. Op de rotsen en eilandjes zijn veel nesten van osprey's (visarenden). Onder Thousand Islands Bridge door, die Ontario verbindt met de Amerikaanse staat New-York, varen we naar de Amerikaanse kant van de rivier, waar op de grotere eilanden forse landgoederen zijn met stulpjes en botenhuizen van de rijken der aarde zoals industriëlen, celebrities enz. Zo zijn er grote buitens van de oprichter van His Masters Voice, compleet met hond en pathefoon in de tuin, van Rubinstein, Goldman, Eastman (Kodak) en de eigenaar van Rand McNally.

Na een rondje om Boldt Castle, met aanlegsteiger voor rondvaartboten, varen we over Canadees gebied terug. Ook nu zien we visarenden, veel aalscholvers en ook bald eagles, de Amerikaanse zeearend. Zwart met witte kop, grote gele snavel en witte staart. Grote meeuwen vliegen pal boven ons hoofd mee.

Om 15.45 uur zijn we terug in Gananoque. Helaas wordt Ton snipverkouden, heeft hoofdpijn en neemt paracetamol. Toch knopen we er nog een ritje aan vast, naar de Jones Falls en locks in het Rideau Canal, dat ligt tussen Kingston en Ottawa. We zijn de enigen op de P, lopen via trappen naar beneden naar meertjes en via een lange houten loopbrug naar de sluizen. In meerdere etappes overbruggen die een groot hoogteverschil. Het is er stil, mooi en we zien van alles: gevlekte kikkers, Canadese ganzen met jongen, grote vlinders en enorme vissen.

Over weg 11 en Mt. Chesney rijden we door een rustige streek met landerijen en watertjes naar Kingston. De lucht wordt weer erg dreigend. Om de hoek van de P in Queenstreet in Kingston eten we bij Milestone. Daar hadden we al een keer goede ervaringen mee in Victoria (BC). Het restaurant zit in een historisch pand met heel trendy interieur. De gegrilde sirloin met knoflookpuree, boontjes en wortel smaakt goed. Lekkere Sauvignon Blanc erbij en Ton als driver coke. En we hebben erge keet met Tiny. Om 20.30 uur zijn we terug in het hotel, zetten foto's op de laptop en pakken weer in, want morgen gaan we naar Toronto om door te vliegen naar Vancouver. Ton neemt neusspray, hij is erg verkouden.

Dagafstand niet genoteerd.


Terug naar overzicht



Vrijdag 8 juni, van Kingston naar Toronto

Na het ontbijt krijgt Ton van Tiny Calendula en Sinuforce en tegen 10.00 uur gaan we op pad naar de Depot Lakes, want die willen we ook graag aan Tiny en Wim laten zien. Op de tv zien we over noodweer met tornado's in Manitoba en Toronto. In het westen en noorden is het heel grijs en het is ook frisser nu.

Via de supermarkt voor Kleenex rijden we noordwaarts naar Verona en Sydenham. Het spettert. In de omgeving van de Depot Lakes rijden we een rondje langs het 3d en 4th Depot Lake en betreden bij Land O'Lake een accessible wilderniss. De stilte bij de fraaie meren wordt doorbroken door het zware gebrul van enorme kikkers en vogelgeluiden. Er zitten heel veel grijze slangen, we zien chipmunks en allerlei wilde bloemen. Genieten. We hadden stiekem gehoopt op een eland, maar die laten zich niet zien.

Om 14.00 uur lunchen we prima in The Maples restaurant aan het Charbot Lake: fish and chips met ceasar salad en met lekkere witte wijn van 2 Oceans. Verder gaan we over de 38 naar de 7 west, langs landerijen en meertjes. Tiny ziet een hert, maar richting Oshawa wordt het steeds meer stedelijk. Bij een Tim Horton nemen we (redelijke) koffie en icetea met muffins. Richting Toronto bouwt zich heel slecht weer op. De temperatuur stijgt naar 27 graden. Op de 401 staan veel files op de andere baan en al voor Toronto breekt een enorme kletterbui los. Korte tijd later schijnt de zon weer en achter ons is het zwart/grijs.

Hotel Carlingview in Dixonstreet vlakbij het airport is met de TomTom makkelijk te vinden. Er is een Grieks restaurant, maar trek hebben we niet. De wifi is free, terwijl de auto een nachtje op de P 5,56 dollar kost. Wim is verontwaardigd.

We zoeken uit hoe we vannacht bij Alamo en de vertrekhal kunnen komen. Dat blijkt maar 15 minuten te nemen. In het hotel regelt Tiny de wake-up call om 4.30 uur. Ik bel met Ben en Wil. Het blijkt dat ze hadden gehoopt dat we nog langs waren gekomen. Ze moesten naar de bank en hadden een briefje op de deur gedaan. Het doet me zo'n pijn, dat we er niet meer zijn geweest, maar we dachten dat ze het zo wel mooi vonden. Ze waren erg moe. Maar dat was dus fout gedacht. Eerst heb ik met Wil gesproken en Ben wilde ons ook nog graag spreken. Hij kon moeilijk afscheid nemen en vindt 'doei' zo leuk klinken. O, ik baal verschrikkelijk, dat we toen we Tyendinaga op de borden zagen staan, zijn doorgereden. Maar ik durfde het niet door te drukken nog even naar ze toe te gaan.

We pakken spullen om voor een goed verdeeld gewicht in de koffers. Ton heeft een rode neus, snottert en voelt zich belabberd. Echt balen, helemaal zo kort voor het vliegen.

Om 21.30 uur liggen we op bed. Ik kijk foto's en werk het dagboek bij. Pas om 1.00 uur val ik in slaap vanwege enorme pijn in mijn zij. Wat is dat nu weer?

Gereden afstand donderdag 7/6 en vrijdag 8/6:

Kingston- Gananoque - Jones Falls - Kingston en

Kingston -Verona - Depot Lakes - Toronto in totaal 582 km.


Terug naar overzicht



Zaterdag 9 juni, vlucht van Toronto naar Vancouver en camper ophalen in Langley.

De wekker gaan om 4.00 uur. Het heeft geregend. We doen een quickwash en eten bij de ontbijtbar snel een muffin en nemen koek mee. In 10 minuten staan we bij Departures balie B op Pearson Airport Toronto. Ton en Wim brengen de auto terug naar Alamo en zijn tien minuten later bij ons in de hal. Tiny en ik hebben al elektronisch ingecheckt voor de vlucht met Air Canada. Het was eenvoudiger dan het leek. De koffers zijn oké. Bij de securitycheck worden we weer gefouilleerd. Na koffie bij Tim Hortons kunnen we om 6.25 uur boarden. Maar bij de wachtruimte staat een bijoustalletje met Swarovski beads en daar kan ik niet omheen. Ik koop een lila, die past mooi bij mijn bril. Thuis koop ik wel een zilveren collier erbij. We kunnen meteen boarden. Tiny en Wim zitten helaas vijf rijen voor ons.

De verwachte vliegtijd met deze Airbus 320 is 4 uur en 36 minuten. Ruime plaatsen, helaas niet bij het raam, dus geen Lake Huron gezien of iets van de plains. Wel gevoeld, want boven Manitoba is veel turbulentie. Voortdurend worden we gewiegd in verschillende gradaties en gaan de pingeltjes voor de seatbelts. Rond 7.50 uur (Pacific Time) komen we over Calgary, zien de Rockies en de Coastmountains tussen de wolken door en om 9.00 uur landen we op Vancouver International Airport bij Richmond. De bagage komt snel van de band en Ton, die gelukkig geen last heeft gehad van de vlucht met zijn verkoudheid, belt met Traveland. Er zal iemand komen van Richmond Taxi die ons naar Langley gaat brengen, maar de plek waar we worden opgehaald is niet te vinden. Het zou bij de lobby zijn van het Sherman Hotel. Waar is dat? We vragen er naar bij de infobalie, maar dat hotel kennen ze niet. Na diverse telefoontjes komen we erachter, dat de taxichauffeur bij het Fairmont Hotel staat en dat is bij International Departures, een andere hal. Als ze dat nou meteen zeggen.....

Afin, om 10.00 uur zijn we toch op weg naar Candan/Traveland. De saaie taxidriver levert ons om 11.00 uur veilig af bij de verhuurder, waar we aardig worden ontvangen door de Duitse eigenaar, die een KNVB shirt draagt. Hij vertelt dat Nederland de eerste EK wedstrijd met 0-1 van Denemarken heeft verloren. Jammer.

De prachtige camper die voor ons klaar staat is z.g.a.n. met slechts 17.777 miles op de teller. Helaas geen km teller, dat wordt omrekenen! Het is een A-class 31 ft, een Winnebago Itasco Ford met kenteken 857-TKR. De mannen lopen met de eigenaar de RV na om eventuele schade te laten noteren. Voor de slaapbank krijgen we een extra matras, want het luchtbed in de bank zou door de constructie snel lek kunnen gaan. We krijgen ook extra kussens. De RV is erg ruim met 2 slides-out.

Het eerste ritje gaat naar een Superstore voor inkopen, maar eerst lunchen we daar vlakbij in Sammy's Grill-Bar. In de supermarkt sjouwen we lang rond om alles in te slaan wat we nodig hebben en gaan lopend op zoek naar een liquorstore. Twee blocs verder kunnen we rosé, sauvignon blanc en Wild Turkey whisky kopen.

Dan rijdt Wim door de drukke stad van Langley naar het Capilano River RV Park in North Vancouver. Dat ligt vlak bij de grote brug naar Stanley Park in een rumoerig native gebied. We krijgen plaats 12, heel smal en we moeten helemaal tegen de rand, want anders kan de slide-out niet uit. Die hangt al een beetje over plaats 11. Maar de zon schijnt en Ton en Wim drinken buiten een drankje. Op Grouse Mountain ligt nog een beetje sneeuw. Van de man bij Traveland hoorden we, dat er net 15 cm verse sneeuw was gevallen in Banff. Het was zelfs op tv. Het schijnt hier niet zo'n best jaar te zijn qua weer. We eten nog een boterham met kaas, drinken koffie en rollen om 22.30 uur barstend van de slaap in bed.

Langley - Burnaby - North Vancouver: afstand niet genoteerd.

Capilano River RV Park, North Vancouver, 1 nacht CAD 81,31.


Terug naar overzicht



Zondag 10 juni, van Vancouver via BC Ferries naar Vancouver Island en Quadra Island.

Lekker geslapen en de douche in de RV is prima. Traditiegetrouw krijgen we 'Wim's breakfast' en het ruikt heerlijk naar gebakken eieren met bacon. Het is wel koud en zwaar bewolkt, dat is balen. We moeten weer even in de routine komen met afkoppelen e.d., maar om 9.20 uur gaan we op weg naar Quadra Island. Ton voelt zich wat beter en rijdt de camper snel naar Horseshoe Bay vanwaar de ferry vertrekt naar Vancouver Island. Het miezert jammer genoeg. De overtocht met BC Ferries kost 140,30 CAD en we moeten een uur wachten tot de afvaart van 10.40 uur. Ton maakt een praatje met Canadezen uit de buurt van Michigan. Om 10.10 uur gaan we aan boord van de Queen of Victoria en gaan van deck 2 meteen naar het passagiersdek. Eerst staan we achterop, maar als we varen is het ijskoud en gaan we beschut onder een afdak zitten. Als de zon erbij komt, lopen we het hele dek rond en zitten we ook buiten. Het is leuk om hier weer te zijn, maar helaas laten de walvissen en orca's zich hier in de Strait of Georgia niet zien. Zou ook wel een tref zijn.

We nemen wat te drinken aan een bar en om 12.10 uur zijn we in Nanaimo, waar we rechts af slaan richting Campbell River. Het is druk op de weg. Zondag betekent veel dagjesmensen. Na een uurtje lunchen we op een P, waar een hertje, een blacktaildeer, in het gras langs de weg loopt. Tot Qualicum Beach volgen we de Oceanside Road, maar we balen van de vele stoplichten. Dus nemen we verder highway 19 langs Comox. De bermen staan vol gele brem en paarse lupine en we spotten diverse herten. In Campbell River doen we bij een Walmart wat inkopen, waaronder theedoeken en een wc borstel. Ook koop ik een lila zonneklep. De kassiëre vraagt of we de walvissen al hebben gezien. Eerder op de dag was er een hele groep blue whales en humpback whales bij de ferryterminal. We zijn heel erg benieuwd. Als we bij de ferry naar Quadra Island aankomen is die net weg en moeten we 55 minuten wachten. In die tijd speuren we het water van de Discovery Passage af naar walvissen, maar ze zijn er niet. Wel drie zeehonden, waaronder een zwaar gehavende en op een paal zit een grote bald eagle. Het 15 minuten durende tochtje kost ons 90,55 CAD, omdat we een 'oversized vehicle' hebben. Niet normaal. Ook tijdens de overtocht zien we geen walvissen. Een truckdriver vertelt, dat er twee dagen geleden wel 30 grey whales waren.

We meren aan bij Quathiaski Cove en gaan rechtsaf naar Cape Mudge en de Tsa Kwa Luten Lodge en RV Park, met 11 plaatsen. Het is een mooie weg door het bos. Quadra Island is grotendeels van de natives en de lodge ook. We melden ons daar aan en moeten 78,40 betalen voor twee nachten. De aardige vrouw geeft ons folders en kaartjes en raadt aan bij Rebecca Spit een wandeling te maken. Meteen ook reserveren we een tafel voor de volgende dag in het restaurant van de mooie lodge.

Langs het lighthouse rijden we ongeveer een km naar de RV plaatsen. Vanaf de camping kun je ook makkelijk te voet naar de lodge en naar het Nuyumbalees Museum. Als we op de plek staan, nummer 2, komt de camphost met zijn vrouw naar ons toe met allerlei wetenswaardigheden en dat we alert moeten zijn op ticks, teken. Ze vertellen ook dat er een grote kans is dat we walvissen zien. We worden steeds nieuwsgieriger. De zon laat verstek gaan, maar er is wel een mooie lichtval op het water. Aan de overkant ligt Campbell River en in het water drijven grote stukken wier en kelp. Af en toe zien we de kop van een zeehond. Na een wijntje eten Tiny en ik vis in een korstje en de mannen varkensfilet met champignons. Gebakken aardappeltjes erbij en sla met mandarijnen en cranberries.

Ineens komt de camphost vertellen, dat de whales eraan komen. We horen ze al en even later zien we grote vinnen en staarten van bultruggen, humpback whales, die flink wat water omhoog spuiten. Het zijn er zeker tien. Geweldig gezicht en het herhaalt zich steeds. In de verte komt een nieuwe groep aan. Het blijft gelukkig droog en we kunnen nog lang genieten van de show die ze opvoeren. Helaas valt de duisternis te snel om goede foto's te maken. We drinken koffie en dan, even na 22.00 uur, komt het eerste cruiseschip langs op weg naar Alaska. Het is de Zaandam. Hoe bestaat het. Later een tweede en eentje uit de andere richting naar Vancouver of Seattle. Mooi gezicht zo'n drijvend dorp vol lichtjes in het donker.

Langley - North Vancouver en

North Vancouver North - ferry - Campbell River - ferry - Quadra Island: 148 mile.

Tsa Kwa Luten Lodge en RV Park, Cape Mudge: 2 nachten CAD 78,40.


Terug naar overzicht



Maandag 11 juni, tripje naar Rebecca Spit Provincial Park

Prima geslapen, 8.00 uur op. Het is deels blauw en zonnig. Boven Vancouver Island hangen wel veel wolken, maar dat is dan ook een berggebied. Na het ontbijt maken we foto's bij het water, waar golfjes en kelp tegen het keitjesstrand ruisen. Achter de RV staat veel bloeiende salmonberry en een white crowned sparrow, een soort musje, zingt dat het een lieve lust is. In een boom zitten twee bald eagles. Wat een heerlijke plek!

Om 10.30 uur gaan we op weg voor een tripje naar Rebecca Spit, een natuurpark op een schiereiland bij Heriot Bay. Vlakbij de vuurtoren zien we een hertje en twee spechten met een knalrode kop. Via de Cape Mudge Road en de Heriot Bay Road bereiken we Rebecca Spit Provincial Park. Het is lekker zonnig! Op de parkeerplaatsen is maar 1 plek groot genoeg voor de RV. Vandaar maken we een prachtige wandeling naar de landtong, langs Heriot Bay en het Sutil Channel. Het pad voert tussen hoge bomen door. We zien eekhoorntjes, allerlei vogels en op een strand van grove keien ligt het vol verweerde boomstammen. Er groeit en bloeit veel, waaronder lathyrus en wilde roos. Op sommige plaatsen is de langtong heel smal en zien we aan weerszijden het water. Aan de kant van Heriot Bay ligt minder drijfhout en beter begaanbare keitjes. Een zwart/witte page steekt mooi af tegen oranje kamperfoelie. Het wordt steeds warmer, het uitzicht op de zeestraat en de baai is schitterend. Echt genieten hier.

We lunchen op de P in de camper. De heerlijke stilte wordt alleen onderbroken door vogelgeluiden en we willen eigenlijk niet weg. Bij een supermarkt in Cove Centre doen we boodschappen, kopen kaarten en postzegels. Er staan leuke oude gebouwen met mooie muurschilderingen en houten galerijen. Het gaat echter wel regenen, maar dat is een paar uur later dan voorspeld.

Bij het Nuyumbalees Cultural Centre bezoeken we het museum van de Kwakiutl indianen dat is vernieuwd. Theo en Margreet zijn er ook geweest, maar na wat we van ze hadden gehoord, valt het ons erg tegen. Maskers e.d., kano's en totempalen zijn wel mooi, maar niet echt van o, o. De spullen in het winkeltje zijn idioot duur. Wim wilde al niet mee, hij ging puzzelen in de camper. In de regen tijden we terug naar het RV park, dumpen grey en black water en Ton helpt Tiny met foto's downloaden. Na een drankje gaan we om 18.15 uur lopend naar de Tsa Kwa Luten Lodge om te eten. Het is rustig in het restaurant. Ton en Wim nemen een New York steak met roseland aardappels en diverse soorten groente. Tiny en ik een mixedgrill van vis: halibut, wild salmon en red snapper met fettucini en een mix van gegrilde groente. Sauvignon blanc erbij. Het is allemaal goed, maar niet spectaculair zoals we verwacht hadden na het lezen van reviews over dit restaurant en voor de prijs. Op een boomtop dichtbij zitten twee grote bald eagles. Eentje vliegt weg, duikt naar een vis, keert terug, maar blijkt niets te hebben gevangen. Wel super die beesten hier. Helaas is het weer erg grauw.

We lopen dezelfde weg terug, langs de kust en het Cape Mudge Lighthouse. We maken een praatje met de camphost en Ton vindt bij de afvalbakken een nog goed barbecuerooster. Net wat we nodig hebben. Naast ons zijn twee jonge Nederlandse meiden komen staan met een tentje en in de auto oranje strips met Hup Holland. De whales komen niet meer langs. Het regent en Ton heeft problemen met foto's kopiëren. De externe harde schijf lijkt kapot. Hij is er tot 23.00 uur mee bezig, tevergeefs echter.

Ritje naar Rebecca Spit Provincial Park v.v. : 24 mile.


Terug naar overzicht



Dinsdag 12 juni, van Quadra Island naar Tofino

Prima geslapen. Als we om 7.30 uur opstaan, is het nog steeds grijs met lichte regen. Ton gaat meteen weer kijken naar het probleem met de schijf. Na het ontbijt loop ik een eindje naar de cabins om mijn stijve pijnlijke rug weer goed te krijgen. En daar, op de pijlers van een oude steiger zit een Kingfisher, een ijsvogel! Meteen camera en verrekijker gehaald en prima in beeld gekregen. Ook weer een zeehond gezien. Ik kan nog even rondstruinen, de ferry gaat pas om 11.00 uur.

Op weg naar de ferry zien we drie keer een hert. Gezien de forse prijs van de ferry is het maar goed dat de terugtocht inbegrepen is. Dat wisten we niet. Net als naar Texel dus. Bij Quathiaski Cove moeten we in de line 'oversized' wachten achter 2 vrachtwagens. Om 11.12 uur zijn we aan de overkant in Campbell River en hebben 270 tot 280 km te gaan naar Tofino aan de andere kant van Vancouver Island. Het regent bij 15 graden. Na Comox stoppen we om het gas weer aan te zetten en de koelkast. De mueslirepen met cranberry, amandelen en chocolate chips zijn verrukkulluk!

Via de afslag Port Alberni komen we bij het curieuze dorp Coombs. Kort daarna, ter hoogte van Whiskey Creek, stoppen we op de enige P die er is, tegenover een restaurantje, tankstation en een chaotisch Co-opwinkeltje, om in de camper te lunchen. In Port Alberni doen we boodschappen bij Buy Low Foods. Het is 14.45 uur als we weer verder gaan naar Tofino. De Kennedy River met waterval, stroomversnellingen, enorme rotsblokken en poeltjes is een mooie plek om even te stoppen. Er ligt een enorme boomstam overdwars. Na Kennedy Lake zien we de eerste beer, een kleine zwarte, die op planten staat te kauwen.

Op de splitsing naar Ucluelet en Tofino bezoeken we het Visitor Centre en nemen folders mee. Verder gaat het langs het Pacific Rim National Park en deels door een 'tsunami hazard zone' naar het Crystal Cove Beach Resort bij Tofino. Er wordt aangegeven, dat de golven deze dag 'dangerous' zijn. Even na 17.00 uur zijn we op het RV Park. Als we ons aanmelden krijgen we te horen, dat er behalve herten ook wolven in de buurt zijn. Beren zijn dit seizoen nog niet waargenomen. We mogen brandhout pakken zoveel we willen en er is free wifi. Omdat we de camping gereserveerd hadden, was deze ook al betaald. We staan op dezelfde plaats als in 2004, naast een prachtige, 800 jaar oude dikke ceder, die wel wat van zijn kruin mist. Na het installeren halen Ton en Wim brandhout bij het houthok. Tiny en ik maken foto's bij de chalets, waar schitterende bloemen staan vol dauwdruppels. Op het strand gaat ons hart sneller kloppen. De kust is zo mooi! Met inhammen, rotsen, wieren, kelp en stenen vol mosselen. Jammer dat de zon niet schijnt. Na een neutje eten we macaroni. Wim uiteraard met satésaus, want courgette/tomatensaus dat lust hij niet. Het is lekker, met 'partizanen' kaas erbij (volgens Wim). Overal op de camping en bij de chalets knapperen vuurtjes. Helaas is door de bewolking de ondergaande zon niet zichtbaar. Maar wat gaat de tijd snel, de eerste week is al om!

Quadra Island - ferry- Campbell River - Port Alberni - Tofino: 171 mile.

Crystal Cove Beach Resort, Tofino: Was gereserveerd en betaald: 3 nachten EUR 65,68.


Terug naar overzicht



Woensdag 13 juni, tripje naar Ucluelet en Wild Pacific Trail

De camper slaapt prima. Het is wel een koude, bewolkte ochtend met harde wind. Om 10.00 uur gaan we op weg naar Ucluelet, want we willen wandelen over de Wild Pacific Trail. Gelukkig gaat onderweg de zon een beetje schijnen. Tijdens een bezoek aan het mooie gelegen Wickaninnish Visitor Centre breekt de zon echt door en het schouwspel op de wilde zee is prachtig. Volgens de borden is het gevaar met de golven vandaag 'extreme'. Ze spatten uiteen op de rotsen. In het VC is een mooie expositie van de kustindianen met voorwerpen, foto's en klankborden. Dit is veel interessanter dan het museum op Quadra Island.

Bij het andere VC van het Pacific Rim NP bij de splitsing kopen we de National Park Annual Pass voor CAD 136,40. De receptioniste geeft info over de Wild Pacific Trail en waarschuwt voor de kans op een ontmoeting met een wolf of poema. Die komen om een of andere reden steeds meer voor naar het zuiden toe. Beren zijn weer minder vaak te zien.

Om 12.30 uur staan we op de P in Ucluelet (Ukelekuuk volgens Wim) aan de Coast Guard Road bij het begin van de trail. Het is er druk met auto's en campers. Eerst lunchen we in de RV en gaan dan de trail lopen. Het is er super mooi en we stoppen vaak voor foto's van de woeste zee en de Broken Group Islands. Met regelmaat klinkt het doordringende geluid van een brulboei. Langs het pad zijn overal uitzichtpunten, zoals bij het Amphitrite Lighthouse. De hoge golven spatten in enorme wolken van druppels uiteen op de rotsen. Het pad klimt en daalt en voert aan het begin en het eind door het regenwoud, waar stammen en takken sprookjesachtig dik bemost zijn en je elk moment een elfje of troll verwacht.

Terug in Ucluelet kopen we wijn bij een liquorstore een brood en fris bij een grocery. Om 16.30 uur zijn we terug op Crystal Cove. De plaats vangt nog een beetje zon. Ton en ik gaan naar het strand, maar de wind is akelig koud. In de inham staat het water laag en ondanks de blauwe lucht is het nu minder interessant dan gisteren. Het groene wier is tot zwart ingedroogd.

De harde schijf van Ton is nu echt naar de knoppen. Na de borrel besluiten we, vanwege de kou, niet te barbecuen en koken binnen. Met zalm, vlees, rösti, gemengde groenten en een salade is het passen en meten met de ruimte. Maar lekker is het, met yoghurt en verse aardbeien toe.

Om 21.10 uur met Ton naar het grote strand om te zien of er nog iets van een zonsondergang te zien is, maar nee, te veel wolken. Wel een mooie lichtval op het water, maar we bibberen van de kou en gaan snel terug. Is dit zomer?

Ton zoekt op de laptop naar een winkel in de buurt waar hij een nieuwe harddisc of 16 GB stick kan kopen. Dat zou bij Staples kunnen in Port Alberni of Nanaimo.

Om 23.00 uur gaan we naar bed.

Tofino - Wickaninnish VC - Ucluelet v.v. : 51 mile.


Terug naar overzicht



Donderdag 14 juni, Tofino en Long Beach

Koud met een beetje regen, maar dat zal snel over zijn, want de verwachtingen voor vanmiddag zijn beter. Ton vraagt in het office naar een computerzaak. In Tofino bij het tweede stoplicht rechtsaf is er eentje. Maar dan blijkt, dat de man van een medewerkster een bedrijfje heeft in computers en accessoires. Hij zou misschien een externe harddisc kunnen leveren en ze spreekt zijn voicemail in.

Om 10.30 uur gaan we naar Tofino, waar we boodschappen doen bij de Co-op, kaarten posten bij het postkantoor en naar het haventje lopen met de watervliegtuigjes. In de naastgelegen grote winkel gaan we op zoek naar ovenwanten voor Theo en Margreet met een bepaald motief en bordeauxrode kleur. Niet gevonden. Ook in de Himwatsashop zijn ze niet, dus nemen we andere mee, zwart/rood/wit, anders kun je het hele eiland wel afstruinen en dat is niet de bedoeling. Ik koop ook een koelkastmagneet en een mooie plaat voor aan de wand met een gouden adelaar. Tiny gaat naar de camper, maar wij lopen met Wim nog een stukje door Tofino en zien bij het haventje hoe de vis van de boten rechtstreeks in containers gaat. Helaas laat de zon nog verstek gaan.

Dan niet lunchen op de camping, maar rechtstreeks naar de parkeerplaats bij Long Beach, want daar willen we wandelen. Helaas schiet het weer in mijn rug door een bump in de weg en het veel te zachte bankkussen waar ik op zit aan de dinette. Zo balen. Ik lunch lopend, zitten gaat even niet. Gelukkig kom ik wel uit de RV en hoeven we niet te klunen over boomstammen om op het strand te komen. Het is 13.30 uur en inmiddels schijnt de zon volop. Het is er zo schitterend! De golven zijn nu 'moderate', maar nog steeds indrukwekkend. Mooie kleuren en contrasten met zeegroen en wit tegen de diepblauwe zee.

Langs de vloedlijn ligt weinig. Enkele krabben maar, wat garnaaltjes en amper schelpen. Het is eb en toch maken we veel foto's. Op het zeer brede strand waden we door stroompjes die naar zee lopen en zien in de drooggevallen rotsen mooie poeltjes met anemonen, torren en minivisjes. Ondanks mijn rug kan ik toch een heel eind lopen naar een 'kaap' met rotsen. Er scharrelen diverse black oystercatchers, scholeksters, met knalrode ogen, poten en snavel. Ton klautert nog over de rotsen naar een andere cove.

Op de terugweg helpt Ton Tiny met een cameraprobleem. We zien een garnaal die aan struisvogelpolitiek doet (hij staat op zijn kop in het zand) en op de hoge golven halen surfers capriolen uit. Om 16.00 uur gaan we terug naar Crystal Cove. Mijn rug gaat beter. Dan komt Neill in de camper, de man van de computerzaak en hij heeft een harddisc bij zich. Ton erg blij. Het probleem is opgelost en we hoeven niet op zoek naar een winkel. We zijn 200 dollar lichter, maar kunnen nu wel backups maken van alle foto's en filmpjes. Dat voelt safe. Ton en Wim gaan met een whisky op de zon, Tiny leest en ik maak foto?s van Stellar Jays en loop heerlijk een eind langs McKenziebeach. Er vliegt een bald eagle over.

Ton krijgt een idee en haalt het front van een lade uit onze slaapkamer, schroeft er de handgreep en klemmetjes af en ik heb een stevige ondergrond onder mijn Defa kussentje om beter op de bank te kunnen zitten. Tof!

We eten weer lekker, gegrilde kip, puree met knoflook en sperziebonen. Het is een schitterende avond met veel zon en een supermooie zonsondergang, waarin de bergen violet kleuren. Dus foto's maken. Om 23.00 uur naar bed.

Tofino - Long Beach Parking v.v.: 21 mile.


Terug naar overzicht



Vrijdag 15 juni, van Tofino naar Nanaimo.

Als we om 8.30 uur opstaan is het koud en bewolkt. De rugpijn is gelukkig minder. Om 10.05 uur gaan we op weg naar Nanaimo en Ton bedankt de medewerkster aan de balie nog even. Het is 59 graden F = 14 C. Niet echt geweldig. Langs het Kennedy Lake voert de smalle weg ons met veel bochten over de Sutton Pass, die er met 16 en 18 % best mag wezen. De Kennedy River is weer erg mooi met de stroomversnellingen. Af en toe zien we schaduwen op de weg. Hoopvol.

Het zitten op het ladefrontje is beter voor mijn rug. Het glijdt wel, maar de harde ondergrond is goed. Bij Cathedral Cove, een stuk regenwoud dat we in 2004 al wilden bezoeken, is weer geen plek om de RV te parkeren. In het maffe dorp Coombs kan Ton in de grote winkel met tweedehands boeken helaas niets van zijn gading vinden. We filmen een didgeridoo speler en om 14.10 uur rijden we verder. Tiny raadt me aan boeken te lezen van Diana Gabaldon en Dolores Cannon. Ik zal er eens naar zoeken.

Op highway 19 staan waarschuwingsborden: No hitchhiking. Pick-up is illegal. Er staat een hert langs de weg, die niet lift overigens, en even verder probeert een moeder met twee bambi's tevergeefs over de vangrail te komen. We houden ons hart vast. Gelukkig stoppen de auto's.

Na Nanaimo is het nog 7 km naar de Maki Road en de Living Forest Oceanside Campground en we zijn er om 15.00 uur. Voor CAD 58,24 mogen we een nacht op de ruime plaats 139 staan. De plek heeft mooi uitzicht op de Strait of Georgia en de Coast Mountains en ligt naast de site waar we in 2004 stonden. Ton en Wim maken meteen een vuurtje. Whisky en een wijntje erbij en we kunnen buiten zitten, want het is hier niet koud. Tiny en ik turen de omgeving af en zien een bald eagle en een golden eagle. En we lopen naar het uitzichtpunt een stuk verderop, waar een paadje naar beneden voert naar een rotspunt met een hekje. Er zwemmen zeehondjes, Canadese ganzen met jongen en mergansers (grote zaagbekken) ook met kleintjes. Die schuiven met hun kop plat op het water vooruit. Zo grappig. We staan een hele tijd te kijken en gaan dan barbecuen met het gevonden rooster. Tiny vis, de mannen een filetlapje en biefstuk en ik kipfilet. Rösti erbij en rauwkost. Lekker. Terwijl de temperatuur aangenaam is, gaat het toch regenen en dat wordt steeds meer. We zijn allemaal moe en gaan al om 22.00 uur naar bed. Maar we liggen eerst dubbel vanwege de 'bedscene'. Te zot, zoals het hele handeltje weer van ons bed naar de slaapbank wordt gesleept en opgebouwd. Een dagelijks terugkerend fenomeen, 's morgens in de andere richting, maar Tiny en Wim slapen dankzij het luchtbed wel comfortabel.

Tofino - Nanaimo: 128 mile.

Living Forest Oceanside Campground, 1 nacht CAD 58,24.


Terug naar overzicht



Zaterdag 16 juni, van Nanaimo naar Whistler, met overtocht BC Ferries.

Lang geslapen, tot 8.30 uur. Het is zwaar bewolkt, eb en er is geen beest te zien. We sms-en over en weer met Nel en Wim en bellen met Tante Fien, die jarig is (93). Ze is zo verrast om ons te horen.

Om 9.10 uur vertrekken we naar de terminal van BC Ferries. De overtocht kost ook nu CAD 140,30. Bij de Nanaimo Quai Market snuffelen we rond en ik koop 4 kettinkjes. Twee voor mezelf, 1 voor Manon en eentje voor Odeke. Er is ook veel lekker spul te koop, o.a. dikke fudge koeken. Maar we zijn sterk! Om 10.20 uur kunnen we boarden op de Coastal Renaissance en om 10.45 uur is de afvaart. We staan tussen de trucks en bussen. Van deck 2 klimmen we omhoog naar sundeck 7. Maar dat is een lachertje. Het is 10 graden met een straffe wind en dikke bewolking. We blijven achter glas en halverwege trekt het helemaal dicht en gaat het ook nog regenen en niet zo'n beetje ook. De overkant is niet te zien. Met Ton doe ik nog een rondje en kijken bij de restauratiedecks, maar er staan te lange rijen voor de kassa's. Hangend tegen de wind in keren we terug naar Tiny en Wim in de neus van het sundeck. Er is geen lol aan. De eilandjes voor de kust zijn amper zichtbaar.

Om 12.30 uur kunnen we weer van de boot af. Vanaf Horseshoe Bay zetten we meteen koers naar Whistler, over de Sea to Sky Highway. Het is een en al mist en laaghangende bewolking, waar de regen uitstroomt. Zo jammer net met deze mooie route. Op borden staat: Caution! 60 km Bears! Nou die schuilen wel, we zien er niet eentje. Langs Brittannia Beach gaan we naar Squamish. Ik stel voor om daar te lunchen, dat is wel prettig met het slechte weer en het is een leuke onderbreking. Bij Boston Pizza neemt Ton primerib burger met frites en ik pizza Tuscany met gegrilde kip, mozzarella, cheddar, zongedroogde tomaatjes en spinazie. Het is erg lekker!

Voor we verder gaan tanken we in Squamish bij Chevron en hier in BC is het veel duurder dan in Ontario. Het scheelt 22 dollarcent per liter! 1,399 tegen 1.179. Ook nu weer waarschuwingsborden langs de weg vanwege beren met jongen. Van de mooie omgeving door de Coastmountains is nauwelijks iets te zien. De regen wisselt in kracht.

Om 16.30 uur zijn we op het Riverside RV Resort bij Whistler. De ontvangst is aardig. Ondanks de waarschuwing in de omgeving voor beren, is er nog niet eentje gezien op de camping dit seizoen. In het winkeltje kopen we diverse spulletjes, waaronder lekkere repen, nuts, fruits en chocolate (opbrengst voor Pink Ribbon) en krijgen plaats E4. De regen stopt. Er hangen nu losse wolken voor de bergen en een grote groep Denen zit buiten te eten. Schuin achter ons staat een gezin met twee kleine kinderen. De mannen gaan aan de whisky, Tiny en ik eerst maar even aan de kamillethee en dan een wijntje. Na het warme eten van vanmiddag eten we alleen een stukje brood en wat yoghurt. Dan is er ineens grote consternatie. De buurman schreeuwt langs rennend: 'Go, go!' En dat blijkt tegen een grote zwarte beer te zijn die op slechts enkele meters afstand tussen zijn en onze camper doorkuiert. Dus ook vlak bij die kindjes. Wat een schrik. De beer is onder de indruk en neemt de benen. Hij kruipt door de omheining van het tegenover gelegen minigolfterrein. Zo'n maf gezicht. Met zijn dikke lijf tussen de latten door. Het lijkt wel een tekenfilm. Het gaat zo snel, dat we geen gelegenheid hebben om er een foto van te maken. Gelukkig verdwijnt hij, nog eens achterom kijkend, snel achter de bosjes. We melden wel even bij de receptie dat er weer beren zijn en bekijken foto's op het grootste van de drie tv schermen, die de camper rijk is. Plotseling lukt het echter niet meer. Waardoor? Na het vele zitten vandaag speelt mijn rug weer op en om 22.30 uur gaan we naar bed.

Nanaimo - BC Ferries - Squamish - Whistler: 71 mile.

Riverside RV Resort, Whistler. Was gereserveerd en al betaald: 1 nacht EUR 28,48.


Terug naar overzicht



Zondag 17 juni, van Whistler naar Green Lake bij 70 Mile House

Om 8.30 uur op. Een grauwe grijze ochtend en fris, maar later toch blauw in de lucht. Manon stuurt een sms voor Vaderdag en we bellen met Theo en Margreet. Met de kinderen, katten en de buren is alles goed.

Om 10.00 uur vertrekken we naar Green Lake. In de prachtige bergwereld stoppen we bij de bruisende en tussen de rotsen door kolkende Nairn Falls, komen door Pemberton en Mt. Currie en langs Lilloet Lake. Ter hoogte van Joffre Lakes is het maar 48° F, nog geen 10° C, en er ligt sneeuw langs de weg. We komen in het Canadian Cascade Forest met hoge bomen vol (hangend) mos op de Coast Cariboo Highway. Het is een en al klimmen en dalen met forse hoogteverschillen en diverse keren gaan we aan de kant om achteropkomend verkeer langs te laten. Bij het mooie Cayoosh Lake hangen de bergen dik in de nevels. Voortdurend valt er lichte regen en meerdere keren kruisen we over houten 1-baans bruggen de Cayoosh Creek. Op een mooi viewpoint bij de creek lunchen we binnen.

Langs het turkooiskleurige Seton Lake bereiken we Lilloet, waar we bij Buy Low Foods boodschappen doen. Een indiaanse puber wijst ons attent op een goed restaurant en shops. Bij de enige liquorstore die er is, in hotel Victoria, is geen Wild Turkey te koop. Het is opvallend warmer in Lilloet, 72° F, droog met een beetje zon. De omgeving is ook veel droger met sagebrush e.d., zoals bij de grijs, groen en beige getinte, imposante vallei van de Fraser River. Over een mooie weg langs Pavillion, Pavillion Lake en Marble Canyon met blauwgroene meertjes gaan we naar de omgeving van Cache Creek. Ons wel bekend allemaal. Bij de Hat Creek Ranch, bezocht in 2004, slaan we linksaf richting Clinton en 100 Mile House. In Clinton kijken we of er daar misschien de gewenste whisky is, maar nee. Een infobord laat zien hoeveel en welk wildlife er is in de streek en dat is behoorlijk wat: beren, poema's, elanden, bighorn sheep, elks en mountain goats.

Bij 70 Mile House zijn we dichtbij Green Lake Provincial Park en komen door een gebied met meertjes en ranches. Langs de zuidoever van Green Lake staan veel cottages en vele te koop. De crisis is hier ook toegeslagen.

Om 17.00 uur zijn we bij de Sunset View Campground. Er is geen bureautje, maar onze naam staat als enige reservering op het infobord vermeld, voor plaats 17. Het is uitgestorven op de campground en we rijden meteen door naar de gereserveerde plaats. En die is toevallig net bezet door de mensen met de caravan die we bij de toegang tot het Provincial Park zagen. Zij vonden het ook een mooie plaats, maar gaan meteen naar een andere plek toe.

Als we staan gaat het regenen en rommelt het. Het is maar 51° F, zo'n 10° C. En dat terwijl deze streek achter de Coastmountains bekend staat om de hoge temperaturen en de droogte. Boven de 30° C is zomers geen uitzondering. Dit is niet echt wat we willen. Het is ook erg eenzaam en we zitten midden in berengebied. De kleuren van het Green Lake zijn prachtig, maar het is te nat om even naar de oever te lopen. We nemen een neutje op een leuk verblijf.

Als we de groente snijden voor het eten komt de camphost langs en hij vertelt, dat het de koudste en natste juni is sinds 100 jaar in het westen van Canada. We treffen het niet. De regen trekt met ons mee. Wim wil pizza en bij de ratatouille eten wij basmati rijst en gerookte wilde zalm. Tiny en ik met een Chileense Sauvignon Blanc erbij en Ton een Merlot uit BC.

Het blijft regenen en we zijn nog niet bij het strandje achter de RV geweest.

Met z'n vieren lezen we onder 1 lamp i.v.m. accubesparing. Om 22.00 uur gaan we naar bed.

Whistler - Lilloet - Green Lake, 179 mile.

Sunset View Campground, Green Lake P. Park. Was gereserveerd en betaald, 1 nacht EUR 8,92.


Terug naar overzicht



Maandag 18 juni, van Green Lake bij 70 Mile House naar Clearwater

Als we wakker worden schijnt de zon naar binnen! Maar stabiel is het weer niet. Af en toe regent het ook. Na het ontbijt, met de generator aan voor de koffie, lopen Ton en ik langs het strand. De lichtval is heel mooi op het meer.

Om 9.50 uur vertrekken we. Bij de ingang van het park staat in een afgebakend gebied een grote kudde bizons. Een man stopt om te waarschuwen niet dicht bij het hek te komen, want een geïrriteerde bull kan daar zomaar doorheen stormen. We praten een hele tijd met hem. Hij komt uit Vancouver en heeft een property aan Green Lake. Hij vertelt, dat er beren, vossen en coyotes in de buurt zijn en een nest met bald eagles. Helaas er niks van gezien.

Via North Green Lake, waar we met de groene kleuren in het water begrijpen waar de naam vandaan komt, gaan we naar highway 24 in de richting Clearwater. Het gebied is rijk aan meren. Er loopt een muledeer langs de weg. Bij het mooie Lac des Roches stoppen we even. Het weer is halen en brengen en zo koud, brrrr. Vanuit het Cariboo District rijden we Ranchland and Rivers binnen door de Kamloops Forest Area. Dikke grijze wolken pakken zich samen. 13 km lang dalen we 8 % en dan rijden we opnieuw de bergen en de mist in. Zo balen. In Little Fort tanken we bij Husky. De RV past net tussen de pomp en de store in. Aan de overkant ligt een prachtige oude houten schuur met rood metalen boogdak. In de regen vervolgen we de weg. Het water in de rivier staat hoog en op veel plaatsen is het land overstroomd. Paarden hebben amper droge grond bij hun stal.

We picknicken in het North Thompson River Provincial Park op een mooie plek met veel wilde bloemen langs de snelstromende rivier. Aan de overkant dendert een lange trein voorbij.

Om 14.00 uur gaan we verder en na 16 km zijn we in Clearwater op het Dutch Lake RV Resort. We krijgen de mooie plaats 73 aan het eind van het boventerras, met vrij zicht op het Dutch Lake. Als Ton en Wim de camper op de plek zetten, reserveren Tiny en ik een tafel in het Painted Turtle restaurant op de camping. We speuren met verrekijkers het meer af en er valt heel wat te zien. Loons, veelkleurige schildpadden, witte, gele en roze waterlelies en gele lissen. We wandelen langs de rand, af en toe regent het en moeten we bij een van de cabins schuilen, maar later schijnt de zon en kunnen we buiten lekker een paar uur lezen. De temperatuur is hier veel hoger en net als in 2004 is het weer heel aangenaam hier te zijn.

In het restaurant neemt Ton primerib en ik wilde Cohosalmon met honeybutter. Geserveerd op een cederhouten plank. Erg lekker! Verse daggroente erbij en mashed potatoes. Met CAD 70,40 per stel niet echt goedkoop, maar wel prima.

In de RV gaan we op muggenjacht, want die beestjes zijn in grote getale aanwezig. Met de verrekijker halen we de loons (parelduiker) en bald eagles een stuk dichterbij. Om 22.15 uur naar bed.

Green Lake - Clearwater: 112 mile.

Dutch Lake RV Resort, Clearwater: 2 nachten CAD 78,40.


Terug naar overzicht



Dinsdag 19 juni, trip in Wells Gray Provincial Park

's Nachts is het behoorlijk warm, maar als we om 9.25 uur op weg gaan naar het Wells Grey Provincial Park is met maar 56? F, een graad of 12. Dat is niet de bedoeling! Het is ook zwaar bewolkt. Een man vertelt, dat het door de grote hoeveelheid smeltwater en de vele regen dit voorjaar kritiek is met de dijken langs de Fraser. De hoogste waterstand in 15 jaar.

Eerst gaan we naar het VC en nemen folders mee en krijgen, als ze horen dat we die excursie willen doen, 2 kortingsbonnen van 10 dollar per koppel voor de Blue River Safari, die we morgen kunnen maken op weg naar Jasper.

Helaas, in Wells Grey regent het ook en er is, in tegenstelling tot de vorige keer, geen beer te zien. Als we de mooie trail door een cederbos lopen naar de indrukwekkende Dawson Falls begint zowaar de zon een beetje te schijnen. Deze waterval in de Murtle River wordt niet voor niks de Little Niagara genoemd. Met donderend geraas komen massa's water kolkend en stuivend 19 meter naar beneden. In het bos bloeien veel orchideeën.

De prachtige Helmcken Falls, eveneens in de Murtle River, is het andere punt dat we graag terug willen zien. Het is er druk en de zon komt er heerlijk bij. De waterval heeft veel meer water en nevel dan in 2004 en klettert in een paar etappes 141 meter naar beneden, waar flinke potholes zijn uitgeslepen. De wanden zijn zwaar bemost. Op de P komt een buslading Fransen aan. We maken een praatje met de chauffeur, die uit Salt Lake City komt. Hij vertelt dat een neef van hem met een Amsterdamse is getrouwd.

Dan nemen we de dirtroad naar het Clearwater Lake, 22 km hotsen en hobbelen. Onderaan een boatramp nemen we een kijkje bij het meer, maar er is niks aan. Het enige wat interessant is, is een prachtige grote page, die op het nummerbord van de camper zit. Op de terugweg stoppen we ter hoogte van de camping bij Bailey's Chute, een stroomversnelling. Het is een mooi punt, maar nu niets te beleven. In augustus en september springen daar veel Chinook zalmen tegenop. Na veel kuilen en gaten en gerammel van de RV komen we eindelijk terug op de asfaltweg. Helaas geen beer te zien. Afgezien van de mooie watervallen is er in Wells Gray zonder beren geen ene moer aan. Alleen kilometers vreten tussen de bomen.

Om 17.00 uur zijn we terug in Clearwater. Als de twee liquorstores beide ook geen Wild Turkey verkopen, kopen de mannen naar een Jim Bean Bourbon. Bij de Safety Market doen we boodschappen en zijn even later terug op Dutch Lake. De regen stroomt neer, tijd voor een troostend glaasje. Gelukkig zijn de verwachtingen voor Jasper wat beter met meer zon.

In het restaurant eten we weer heerlijk. Ton spareribs met maple/whiskysaus, gegrilde groente en rijst en ik een Gypsy Schnitzel met heerlijke saus, gegrilde groente en mashed potatoes met garlic. Tiny en Wim trakteren omdat ze morgen 43 jaar zijn getrouwd. Dan kunnen we 's avonds niet naar een restaurant.

Dan ineens klaart het weer op. Het Dutch Lake ligt er rustig en helder bij, besneeuwde bergen zijn zichtbaar en in een boom zit een bald eagle. Wat een mooie omstandigheden! Als de duisternis valt bekijken we filmpjes en foto's en sturen mails aan Ben en Wil, de 'groep' en aan Manon en Robert. De komende zes dagen zijn we waarschijnlijk niet bereikbaar, want we gaan de grote nationale parken van de Rockies in. De tijd vliegt, we hebben er al twee weken opzitten.

Tripje in Wells Gray Provincial Park: 88 mile.


Terug naar overzicht



Woensdag 20 juni, van Clearwater naar Jasper.

Opnieuw bewolkt, maar zonder wind voelt het wel veel zachter. Het is circa 14 graden. Er zijn nu vier loons op Dutch Lake en we filmen ze om de speciale roep vast te leggen. Om 9.30 uur gaan we op weg naar Jasper, noordwaarts langs de North Thompson River, die soms heel wild is, zoals bij de samenvloeiing met de Mad River. Dit is de Lakes en Trails Area. Overal bloeit lupine. Rond 11.00 uur stoppen we op een restarea bij Blue River, waar de herrie van een bulldozer alles overstemt. Schattige grondeekhoorntjes, Columbia Ground Squirrels, scharrelen onverstoord rond. We besluiten de riversafari toch niet te doen, dat neemt te veel tijd. Helaas, we hadden zeker beren kunnen zien. Maar even verderop zien we een grote zwarte beer die langs de weg bloemen eet. Dat is nummer 3! En opeens is er zon en blauwe lucht! En opnieuw zien we een zwarte beer, nr. 4. Om 12.00 uur stoppen we bij wintersportplaatsje Valemount en zijn de besneeuwde bergen zichtbaar. Het is ook wat warmer met 63° F, al een graad of 18.

Langs de Yellowhead Highway maken we een lunchstop bij het viewpoint Mt. Terry Fox, genoemd naar een jongen die kanker had en met een kunstbeen de marathon liep. Toevallig had ik er ooit een film over gezien. We lunchen met zicht op Mount Robson. Korte tijd later zijn we bij het VC Mount Robson en vanaf een platform kunnen we de imposante berg (met 3954 meter de hoogste van de Canadese Rockies), die in 2004 compleet onzichtbaar was door zware bewolking en regen, nu wel fotograferen. In de bomen bij het café vliegen kolibri's en in de shop kopen we een dvd van de Canadian Rockies.

Om 14.30 uur rijden we verder en zien alweer een zwarte beer in de berm, nummer 5. In de drassige omgeving zijn tal van plekken waar regelmatig elanden worden gezien, er wordt ook gewaarschuwd voor crossing mooses. Ter hoogte van Moose Lake zien we beer 6. Bij het passeren van de grens met Alberta komen we in Mountain Standard Time en zetten de horloges een uur vooruit. Dichtbij Jasper steekt een grote elk (edelhert) met gewei de weg over en dan zijn we vlak bij de afslag naar Whistlers Campground in het Jasper National Park. Er staat een rij voor de gate. De camping hadden we al gereserveerd en betaald, maar we moeten CAD 8,80 bijbetalen voor hout (zoveel we willen) en een stookvergunning. Hout van elders mogen we niet stoken omdat ze bang zijn voor het overbrengen van ongedierte.

Kort na de ingang scharrelen wel 12 tot 15 elks, die niet onder de indruk zijn van een campertje meer of minder. Op weg naar plaats 64 C halen we hout bij Marmot Meadow, waar veel grondeekhoorns zijn. Onze plek is groot en ligt op een mooie plek in een bos met dennen en berken. Meteen al worden we geïntertaind door allerlei soorten eekhoorns. Rennend, springend van tak naar tak, of klimmend in een boom. Eentje zit met een eikeltje tussen zijn pootjes te poseren. Achter de camping torenen hoge bergen met sneeuw en we zien cabines en het bergstation van de kabelbaan.

Aan de picknicktafel is het met een wijntje in de zon prima uit te houden. Het kampvuurtje knappert. We barbecuen: biefstuk, varkens- en kipfilet met rösti en gegrilde groentemix. Een Pinot Grigio erbij van Peller Estates en Ton een Merlot van hetzelfde wijnhuis uit British Columbia. Op deze prachtige, zachte avond kringelt overal de rook omhoog van kampvuren. Een specifiek sfeertje. Op de camping nog geen beer gezien. We zijn wel gewaarschuwd omdat er dagelijks grizzly's op het terrein komen en voor de elks. Het is babyboom en om hun schattige Bambi's te beschermen kunnen ze erg agressief zijn.

Tot na de koffie, zo rond 21.30 uur, kunnen we buiten zitten en we gaan pas om 23.30 uur naar bed.

Clearwater - Whistlers Campground bij Jasper: 200 mile.

Whistlers Campground, was gereserveerd en betaald: 2 nachten EUR 29,16.


Terug naar overzicht



Donderdag 21 juni, trip naar en boottocht op Maligne Lake

Schitterend weer, maar koud. Even de verwarming aan. We willen naar Maligne Lake, wat we in 2004 vanwege het slechte weer hebben overgeslagen. In Jasper tanken we. Nog voor we bij de Maligne Road zijn genieten we op een viewpoint van de Athabasca River met eilandjes in de brede bedding en de prachtige bergwereld erom heen.

Op Maligne Road zien we al snel een zwarte beer (nummer 7), later nog eentje (8) en als klap op de vuurpijl een zwarte die in een boom klimt! Dat is de 9de! Ongelooflijk. Met velen genieten we van dit schouwspel. We maken veel foto's en filmen op 30 tot 40 meter afstand. De beer klimt steeds hoger, knipt met zijn sterke kaken dikke takken door en 'flost' er de jonge blaadjes af. Zo'n gaaf gezicht. Staand op een tak grijpt hij de takken die wat verder zijn. Af en toe slaat de beer een achterpoot over een tak en gaat er met zn dikke billen rustig op zitten, terwijl hij zich met een voorpoot met indrukwekkende nagels aan de stam vasthoudt.

Langs het mooie Medicine Lake rijden we naar het eindpunt van de weg bij Maligne Lake. Het is druk. We gaan meteen naar het ticketbureau voor de Maligne Lake Tours, een boottocht van circa 90 minuten naar het bijzonder gelegen Spirit Island. CAD 57,75 p.p. In de shop koop ik een handig klein, paars lederen portemonneetje, wat ik met jeu de boulen makkelijk in mijn zak kan stoppen en waar ook plek is voor pasjes.

Terug naar de P om de lunchen. De boot gaat pas om 14.00 uur. Op weg naar de steiger zitten we nog een tijdje bij de oever van het schilderachtige meer. Er wordt veel gekanood. De tocht over het prachtige blauw/groene water te midden van een indrukwekkende bergwereld met hoge toppen, veel sneeuw en gletsjers is fantastisch. De boot heeft er flink de vaart in, maar in de buurt van kano's wordt fors gas teruggenomen. Na 9 mile, 14 km, zijn we er. Eerst varen we met een mooie bocht in het 'cirque' van bergen rond een groter eiland en leggen dan aan bij Spirit Island. Zo mooi! Het is een heilige plek voor indianen. We mogen tien minuten van boord voor de kleine rondwandeling. Het prachtige paadje voert omhoog naar een uitzichtpunt en weer naar beneden langs de waterlijn. 'De' plek is soort schiereilandje, nu door water omgeven, met naaldbomen erop in een schitterend bergdecor. Magisch mooi. Na 10 minuten klinkt de scheepshoorn, gaan we aan boord en 30 minuten later staan we weer aan wal.

Naar Jasper moeten we dezelfde weg terug. Langs de Maligne River staan veel auto's, want er scharrelt een mamabeer met drie jongen achter de bosjes, gras en bloemen etend. Dat zijn nummer 10 tot en met 13! Zo schattig. Eentje is heel ondeugend en mama heeft wat te stellen met het trio. We staan er nogal dicht bij, vertrouwen moeders voor geen cent en gaan snel terug naar de camper. Binnen zien we, dat een van de kleintjes zich door de struiken een weg baant naar de weg. Moeders er achter aan met in haar kielzog een ander jong. Het stoute jong wordt terecht gewezen met een zachte beet in zijn neus. Dan steekt mama met twee jongen langs onze camper de weg over. De dwarskont blijft nog even achter. Hij bedenkt zich echter en kuiert er toch maar, weliswaar op afstand, langzaam achteraan. Zo gaaf om mee te maken!

Voor Medicine Lake stapt een beer druipend uit een poeltje (nummer 14) en bij het meer staat een grote zwarte beer (nummer 15) langs de kant, die even later gewoon de weg op gaat tussen de auto's. Passeren is niet mogelijk. Een halve gare gaat achter de beer aanlopen. Gelukkig blijft het beest rustig en klimt de helling op.

In Jasper doen we boodschappen bij Robinson en bij het dumpstation lozen we afvalwater en nemen drinkwater in. Bij Marmot Meadows halen we hout en zijn om 18.15 uur terug. Het is 28° C! Tijdens een wijntje bij het vuur spreekt Tiny de historische woorden: 'Ik ben een zeikerd met eten'. Dat lokt de nodige reacties uit. Lachen! De mannen eten filetlapje en biefstuk, Tiny en ik gebakken haddock met röstirondjes en sla. De buren zijn erg luidruchtig en daardoor slapen we pas om 2.00 uur.

Tripje naar Maligne Lake v.v. 72 mile.


Terug naar overzicht



Vrijdag 22 juni, van Jasper naar Lake Louise

Het is mooi weer! Om de kou te verdrijven uit de camper, slechts 11° C binnen, gaat even de verwarming aan. We sms-en met Manon, stoppen bij de dump om water in te nemen en gaan tegen 10.00 uur richting Lake Louise over de Icefields Parkway. Een weg die constant uitnodigt om te stoppen, te beginnen na 25 km bij Whirlpool Valley. Voor het gemak staat de teller vandaag op kilometers. Na 30 km bezoeken we de kolkende Athabasca Falls. Via een brug en trappen lopen we naar de andere kant, waar zonnestralen zorgen voor een regenboog in het stuivende water. Ter hoogte van Mt. Kerkeslin zien we vijf mountain goats langs de weg. Bij de Sunwapta Falls op km 54 lopen we het pad door een kloof langs de upperfalls. We zien de Icefield Parkways, met talloze gletsjers aan weerszijden, veel mooier dan de vorige keer toen het erg somber weer was. We stoppen weer bij km 94 met zicht op de Stutfield Glacier en bij km 97 in de Sunwapta Canyon met Mt. Kitchener, Snowdome en Dome Glacier. Bij km 103 is een van de absolute hoogtepunten van de weg bij het Icefield Centre, waar het enorme Columbia Icefield en de Athabasca Glacier het landschap domineren. Enorme snowcoaches, bussen op gigantische banden, rijden met toeristen over het ijsveld op. Langs de prachtige Sunwapta Pass ligt sneeuw. Cirrus Mountain zien we goed vanaf een viewpoint op 117 km. Tijdens het rijden fotograferen we de beroemde Weeping Wall en ter hoogte van Rumport Creek zien we twee zwarte beren, nummer 16 en 17. Het aantal beren van 2004 (17) is al geëvenaard. Hadden we nooit gedacht. En we gaan eroverheen, want verderop zien we een zwarte beer op een helling, nr. 18! Bij km 190 stoppen we op de Bow Summit en lopen omhoog naar de Peyto Lake Overlook. Het pad ligt nog deels onder sneeuw. Waar de sneeuw al gesmolten is verschijnen anemoontjes en gele bloempjes. Het is een flink eind lopen, maar we worden beloond, want het uitzicht op het bijzonder blauw gekleurde meer is schitterend. We kunnen alleen hetzelfde pad terug. Aan een soort wilgje zien we rode katjes.

Zeven km verder, bij km 197, gaan we alweer aan de kant, nu om een blik te werpen op de bijzondere Crawfoot Glacier bij Bow Lake, waar het ijs al is ontdooid. De prachtige Icefield Parkway loopt ten einde en helaas is er weer veel bewolking gekomen. We stoppen nog één keer, na 214 km bij het Hector Lake en zien beer 19. Helaas gaat het ook regenen.

En dan komen we na deze supermooie rit, waarin we van het Jasper National Park naar het Banff National Park zijn gereden, in het best wel drukke Lake Louise. In de Village Market doen we boodschappen.

De Lake Louise Campground is dichtbij het dorp. We zijn er om 17.30 uur en krijgen plaats 153 toegewezen in het gedeelte langs de Bow River. Zou dit wat gunstiger zijn ten opzichte van de treinen? Nee, daar komen we even later wel achter als er denderend een trein passeert en de navrante fluit door de lucht schalt.

We staan naast een kleine camper, die verkeerd om staat. Hun ingang ligt daardoor pal naast onze slide-out. Niet zo leuk. De plek is wel mooier dan die in 2004 in het langgerekte deel van de camping. Er zijn veel vogels en als we buiten een drankje drinken zien we een eekhoorn. De plek heeft geen firepit, dus we kunnen niet barbecuen. De mannen eten primerib, Tiny iets vegetarisch en ik kipfilet met Ceasar Salad en garlic mashed potatoes. Wat is dat toch lekker. Pas om 21.45 uur zitten we aan de koffie.

Jasper via de Icefield Parkway naar Lake Louise: 147 mile of te wel 235 km.

Lake Louise Campground, was gereserveerd en betaald, 2 nachten EUR 29,48.


Terug naar overzicht



Zaterdag 23 juni, tripje Lake Louise en Bow Valley Parkway v.v.

Om 8.00 uur uit bed, maar we willen eigenlijk niet naar buiten kijken. Het is een saaie, grijze, natte, kille ochtend. Toch gaan we om 9.15 uur op weg naar het Lake Louise, want we willen er een wandeling maken. Eerst rijden we naar het Historic Railway Station bij het dorp, waar behalve een houten station (een log building, van boomstammen) ook een oude trein van de Canadian Pacific staat met Dining Car. Het lijkt wel iets uit een film. Het ligt vlak bij de Bow River. Op het bruggetje ligt berenmest, dus die jongens komen dicht bij het dorp.

Richting het Lake Louise gaat het hoe hoger we komen steeds harder regenen. Op de P bij het meer loopt het water in stralen langs de ramen. We wachten of het droger wordt, maar dat gaan niet gebeuren. Deze hang-over kan wel tot dinsdag duren hebben we gehoord. Dat is driewerf balen! Het was net een paar dagen mooi. We treffen het dit jaar niet.

We besluiten weg te gaan in de valse hoop dat het vanmiddag beter is om te wandelen. Omdat er altijd wel het een en ander aan wildlife te zien is gaan we de Bow Valley Parkway rijden, de 1A, richting Banff. Het is een prachtige weg en al snel wordt het ook droog! We hopen op een beer of eland en speuren de weides en hellingen af, maar niks te zien. Ook op Moose Meadow zijn geen elanden, maar wel een prachtige bull elk met een groot gewei. We lezen, dat er geen elanden meer zijn in het gebied. Het gaat niet goed met ze onder andere vanwege parasieten.

We stoppen nog verschillende keren, onder meer boven de Bow River met treinbaan. Wildflowers bloeien uitbundig. Sommige gebieden zijn zo kwetsbaar, dat ze gesloten zijn voor publiek. Op P Muleshoe, vlak voor Banff, lunchen we op een mooie picknickarea, maar het is te koud om buiten te eten. Ik hoor een specht en ontdek die in een hoge aspen. Het is een Northern Flicker die een jong voert. Bij de Corral Creek maken we macrofoto's van bloemen en keren terug naar Lake Louise. Daar is het nog steeds droog en we doen poging 2 om naar het meer te gaan. De bewolking hangt laag en net als we bij het meer aankomen begint het weer te spatten. Toch gaan we wandelen, maar verder dan een kilometer komen we niet, want het gaat steeds harder regenen en we lopen snel terug. Zo jammer, het is er zo mooi, al is er van de bergen nauwelijks iets te zien.

In Lake Louise doen we inkopen bij Village Market en bezoeken de Bow Trading Post. Als we om 17.30 uur terug zijn op de camping is het maar 9 graden en erg grauw. Een grote Airstream camper met drie assen is beslist een blikvanger. We eten macaroni met heerlijke zelfgemaakte saus en selecteren foto's. Buiten stroomt de regen neer, maar binnen hebben we lol. We filmen de vermakelijke 'bedscene'. Ton en Wim die matras en beddenspul theatraal en zingend, joho joho, naar de slaapbank brengen. Hilarisch, zo lachen!

Lake Louise Village - Lake Louise - Bow Valley Parkway v.v.: 71 mile.


Terug naar overzicht



Zondag 24 juni, van Lake Louise naar Banff.

Al om 4.00 uur wakker van twee denderende treinen kort na elkaar. Toen gewacht op de volgende, want dit specifieke geluid wilde ik opnemen met de videocamera. Omdat je niet weet wanneer die toeter gaat, is het bij de volgende trein om 5.00 uur niet gelukt. Het regent niet meer! Onderwijl zie ik het licht worden en zijn de vogelgeluidjes niet van de lucht. Om 7.00 uur passeert er weer een trein, die maar weinig toetert, maar het staat erop.

Om 8.00 uur is het zonnig. Na het ontbijt loop ik met Ton even naar de snelstromende Bow River, die op sommige plekken buiten de oevers is getreden. Om 9.30 uur vertrekken we naar Banff. Op de Bow Valley Parkway kijkt Ton naar bepaalde kastjes langs de weg. Hij is nieuwsgierig waar die voor zijn. Er staat AGT op. Iets met kabels? Verder is er weinig te zien, wel weer de elk van gisteren en ook richting Muleshoe een enorme bull elk vlakbij.

Kort voor we op de Trans Canada Highway 1 komen is de weg over honderden meters overstroomd door een beekje. Even verder staat weer een grote elk. Dan gaan we naar Banff en Tunnel Mountain II Campgound. We kijken even naar onze plek, B 82, die langs de rand ligt en waar het uitzicht erg mooi is, maar gaan meteen naar Banff om ergens te lunchen. De RV parking is vol, maar vinden een plekje langs de Bow River. Die staat zo hoog, dat het wandelpad erlangs al deels is overstroomd. Op Banff Avenue zoeken we een leuk restaurant, maar dat is nog moeilijk. Boston Pizza vinden we niet leuk voor Banff, in zo'n stad wil je toch iets anders dan eten van een keten. In een zijstraat spreekt Coyotes Deli en Grill ons wel aan. Ton neemt een Ranchburger met sla, en ik een Mediterrane salade met couscous, black beans, maïs en een groene salade met pesto bruchetta. Zo lekker!

We shoppen ook gezellig in Banff en vinden leuke T-shirts voor de meisjes. Bij het Banff Park Museum kijken we velen naar een trommelende indiaan met dansende kinderen. Zo schattig! We blijven uren in het plaatsje en doen dan inkopen bij Safeway. Plotseling regent het toch weer, dat is balen. En we balen nog veel erger als we terugkomen bij de camper. Er zit een briefje onder de ruitenwisser en dat is......een bekeuring. Het blijkt dat we daar niet mogen staan met de camper. 10 meter verderop wel. De boete van 50 dollar moeten we betalen bij Visitor Information en dat is nog even zoeken. Jammer, maar gedeelde smart is halve smart.

Maar.....de wolken gaan weg en de zon komt er helemaal bij! Op de campground zitten we uren in de zon en kijken naar grondeekhoorntjes en raven die snoepen van cashewnoten die de buren hebben laten liggen. Even verder staan Texanen, die een NL sticker op hun auto hebben. Ook wel apart. We kunnen het uitzicht wel waarderen op Mount Rundle en op Tunnel Mountain. Ben Tromp is jarig, dus bellen we hem op.

Om 20.00 uur eten we wat brood met yoghurt en daarna maken Ton en ik nog een rondje over het terrein.

Lake Louise - Banff en camping - Banff v.v.: 45 mile.

Campground Tunnel Mountain II, Banff: was gereserveerd en betaald, 2 nachten EUR 29,44.


Terug naar overzicht



Maandag 25 juni, tripje naar Lake Minnewanka.

Prachtig weer, wel koud. Maar 49°F in de camper, nog geen 10 C, en we doen de verwarming maar weer aan. Later kunnen we in de zon zitten. De wereld ziet er zo mooi uit!

Om 9.15 uur gaan we op weg naar Lake Minnewanka. We zijn nog maar net op weg of zien een zwarte beer die rechtop staat tegen een boom. Dat is nummer 20!

In de Cascade Valley stoppen we bij een weide met heel veel bloemen, waarvan we sommige nog nooit hebben gezien. Er begint ook een backcountry trail van 4,2 km, maar die gaan we toch niet lopen vanwege de beren. Je moet de problemen niet opzoeken. Bij Lake Minnewanka, Lake of the Spirit, gaan we wel wandelen. Het is een mooi meer, met mini-haventje, en het heeft ook een 'Spirit Island'. We gaan over een goed pad door een langgerekte recreation area en later over een bospad vol stenen en wortels, waar verderop het meer weer zichtbaar is. Het staat er vol wilde bloemen, onder andere akelei, clematis, allerlei orchideeën en voor ons onbekende bloempjes. Ook zijn er de nodige (korst)mossen en zwammen. We lopen tot voorbij een grote houten brug over de Johnson Canyon, waar we besluiten niet verder te gaan, want dan zou het wel erg ver worden en we willen nog meer zien. Andere keus dan dezelfde weg terug is er niet. Beneden bij het meer pauzeren we. Er zijn leuke eekhoorns en chipmunks en ik loop in mijn eentje naar 'Spirit Island'. Heerlijke plek, maar we moeten maken dat we wegkomen, want er komen heel dreigende wolken opzetten en we zijn nog niet bij de camper.

Bij Two Jack Lake lunchen we in de camper. Als we de Minnewanke Loop verder rijden gaat het echt regenen. We stoppen nog wel even bij Johnson Lake, maar gaan snel terug. Bij de Cascades Ponds is het droog en lopen we naar de meertjes, waar Mount Rundle mooi in weerspiegelt. Zo jammer van de grijze lucht. Het stikt er van de prairiedogs en Columbia Ground Squirrels, die de wacht houden op heuveltjes en snerpend fluiten als er onraad dreigt. Nerveus en waakzaam rennen ze de holletjes in en uit. Het is een prachtig gelegen recreation area. Maar het gaat weer regenen en dan gaan we nog maar een stuk rijden van de prachtige Bow Valley Parkway. Opnieuw zien we twee grote bull elks, maar verder niks aan wild.

Bij Castle Mountain Chalet, met de enige benzinepomp die de weg rijk is, tanken we bij het antieke pompje merkloze benzine. De regen stroomt neer en het is niet overdekt, dus Ton hult zich in een plastic regenponcho. Het winkeltje is in een historic logbuilding, maar wel met internet en elektronisch betalen.

Er is geen lol aan met dit weer, dus we gaan terug naar Tunnel Mountain II. Om 17.00 uur komt de zon er weer een beetje bij. Het diner bestaat uit biefstuk, zalm en wedges met doppers en sperziebonen. Op deze prachtige avond verdiep ik me in de namen van de bergen ten zuiden van de camping. De berg met de schuine lijnen wisten we al: Mount Rundle. De lagere is Tunnel Mountain, rechts is Mount Norquai, waar een skigebied is. Achter Tunnel Mountain ligt de bekende Sulphur Mountain waar de gondola naar toe gaat. Het restaurant op 2281 meter is net te zien. Iets verder ligt een observatory en het Cosmic Ray Station. De maan staat in een heldere sikkel aan de diepblauwe lucht. Wat zal het weer morgen doen?

Tripje Banff - Lake Minnewanka - Castle Mountain - Banff: 60 mile.


Terug naar overzicht



Dinsdag 26 juni, van Banff via Yoho NP en Glacier NP naar Revelstoke.

Het is bewolkt en slechts 6 graden. Is dit nou zomer? Wat valt het weer deze vakantie tegen! Na het dumpstation gaan we via de Tunnel Mountain Road naar een viewpoint, hout met trappen, tegenover het beroemde historische Fairmont Banff Springs Hotel en de Bow Falls. Het enorme gebouw is ooit aangelegd door de spoorwegen. Ze wisten wel waar ze bouwden. Geen verkeerde plek met de warme bronnen. De thermaalbaden zijn letterlijk en figuurlijk een hot item. We gaan snel weg, want warm hebben wij het bepaald niet. Tegen 10.00 uur rijden we Banff uit. Het water van de Bow River staat zo hoog, dat er een dijkje wordt aangelegd.

Om op te schieten gaan we naar Lake Louise over Highway 1, de Trans Canada Highway. Bij het dorp zijn ze bezig om deze weg verder 4-baans aan te leggen. Via de Kicking Horse Pass rijden we weer British Columbia in en meteen Yoho National Park. Bij de Spiral Tunnels kijken we of er een trein komt, maar nee. Langs Field gaan we verder richting Golden. De highway perst zich tussen rotswanden door en dan komen we bij de Kicking Horse restarea, waar we verleid worden door een fritestentje. En in een bakje patat hebben we zo'n trek! Ze hebben er ook Poutine, een of andere specialiteit, die Tiny wil uitproberen. Het is cheddar cheese met een vegetarian gravy, maar ik ben er niet weg van. Verderop wordt de 1 op enkele plekken verbreed. Op een heel druk punt met veel wegenbouwactiviteit loopt een groepje bighornsheep in een greppel. Wat zoeken ze daar? Richting Golden is de brede vallei voor een groot deel overstroomd. Hogere stukjes land vormen eilandjes in de watermassa. Na Golden gaat het richting Glacier National Park door bos. De horloges gaan een uur terug, want we zitten weer in Pacific Time.

Bij een Welcomestation van Glacier NP pakken we een folder en verderop bezoeken we het VC bij het Rogers Pass Discovery Centre. Het interessante museum gaat voornamelijk over de aanleg van de spoorweg, die heel wat voeten in de aarde had. In het nog nieuwe gebouw met veel info en mooie maquettes staan allerlei opgezette dieren als poema, coyote, cariboo, zwarte beer, wolverine en mountain goat.

Een eind verderop lopen we de Rockgarden Trail in het Glacier NP. Vanwege waarschuwingen voor black bear en grizzly lijkt het, zeker Tiny en mij, best eng, maar het is tegelijkertijd erg aantrekkelijk om hier op deze backcountry trail een wandeling te maken. Nou ja wandeling, er zijn best lastige stukken met flink klimmen en dalen over grote, soms gladde stenen en tussen rotsblokken, die hier en daar zijn voorzien van ijzeren handvatten. Deels gaat het over plankieren en stepstones. Door de lengte, een kilometer, is het te doen.

Een aantal mile verderop doen we ook nog de Hemlock Grove Trail door het enige rainforest ter wereld, dat niet aan een kust ligt. Heel bijzonder. Het prachtige pad voert met boardwalks door regenwoud met oude rode ceders, enorme Hemlock sparren en veel omgevallen boomstammen. De dichte onderbegroeiing bestaat voornamelijk uit varens en planten met enorme vingerbladeren, stelen vol gemeen uitziende stekels en bloemen in aarvorm.

Daarna rijden we langs het Revelstoke NP in één ruk naar Revelstoke. Een supermarkt vinden we makkelijk met TomTom. Kopen doen we niet veel, want de vakantie loopt ten einde en over drie dagen vliegen we terug.

Om de camping aan Williamson Lake te bereiken moeten we, anders dan de vorige keer, een eind omrijden via een wintersportdorpje met skigebied en kabelbaan. De weg is bij Williamson Lake afgesloten en ook de mensen die naar het vliegveldje van Revelstoke willen, moeten omrijden. De landingsbaan van het vliegveldje ligt in de brede Columbia River.

De campingbeheerder ontvangt ons hartelijk in zijn ongelooflijk chaotisch kantoortje. In het bijbehorende winkeltje is allerlei curiosa en kitsch te koop. Nog nooit zoiets bij elkaar gezien. Hij bleek er acht jaar geleden ook al te zijn en ook nu krijgen we weer plaats 14, aan de bosrand. We zijn er om 16.15 uur en de mannen maken meteen een vuurtje. Tiny gaat bij het bureau internetten en ik loop naar het meertje. Geattendeerd door een plons zie ik een osprey uit het meer opstijgen met een vis in z'n klauwen. Zo gaaf, maar ook zo onverwacht, dat er geen tijd is om een foto te maken. Later ga ik nog een paar keer kijken, maar de vogel is niet meer te zien.

We eten buiten, maar tijdens de voorbereidingen gaat het onweren en spatten. Toch gaan we barbecuen, maar dan onder de luifel. Later plenst het. Het houdt echt niet op deze weken.

Na de afwas is het droog en gaan Ton en ik naar het terrasje bij het office om te internetten. We lopen langs het water terug. Op een boomtop zit een osprey op de uitkijk, we wachten lang, maar hij komt niet in beweging. Om 22.15 uur, dan is het eigenlijk al 23.15 uur voor ons, gaan we naar bed.

Banff via Lake Louise, Yoho NP, Glacier NP naar Revelstoke: 184 mile.

Campground Williamson Lake, Revelstoke: 1 nacht CAD 36,40.


Terug naar overzicht



Woensdag 27 juni, van Revelstoke naar Chase aan het Shuswap Lake.

Zowaar een zonnige ochtend en niet koud. Bij het meertje wel drie osprey's gezien. Om 9.45 uur van de camping vertrokken om via Sicamous naar het Shuswap Lake te gaan. Eerst rijden we een stukje terug om de Skunk Gabbage Trail te lopen in het Revelstoke National Park.

Zo mooi daar! Weer heel anders dan de trails van gisteren. Grotendeels gaan we over boardwalks door wetlands langs de Illicilliwaet River met bijzondere vegetatie. Er groeit van alles: reuze berenklauwen, skunk gabbage, vlier, witte orchideeën, honeysuckle met gele bloempjes en paars/rode bessen en er zijn ongelooflijk veel vogels. In dit bijzondere gebied dat een uitzonderlijk microklimaat heeft, komen trekvogels voor uit Midden en Zuid-Amerika. 1,5 uur lang kijken we onze ogen uit en zien schitterende felgekleurde vogeltjes, maar die zijn zo snel en zitten zo tussen de struiken verstopt, dat ze niet goed zijn te fotograferen.

19 km ten westen van Revelstoke lunchen we in de camper aan het Thee Valley Lake, tegenover het beroemde rode 3 Valley Gap hotel met torentjes en veel dakkapellen. Verder westwaarts op Highway 1 rijden we door de regio Mountains en Vineyards, langs de Eagle River en Malakwa naar Sicamous. Het is zonnig in dit fruitgebied. Overal worden kersen verkocht en borden met reclames voor watersport domineren de weg. Bij een uitzichtpunt boven Shuswap Lake pauzeren we, net als in 2004. Een jonge osprey op een nest in een boom wordt regelmatig gevoerd door de rondvliegende ouders.

Verder gaan we over Salmon Arm. De omgeving is druk, erg commercieel en er heerst een echte pleziervaartcultuur. De laaggelegen delen hebben last van wateroverlast. Via Sorrento gaan we naar de andere kant van het meer, het Little Shuswap Lake in het Roderick Haig Provincial Park. Hier is ook de beroemde Adams River, waar in het najaar veel zalmen paaien en sterven. Daar komen altijd veel beren op af en langs de rivier zijn houten plateaus aangelegd voor de toeschouwers.

Er staat zoveel water langs de weg, dat de zwanen erin zwemmen. Grote stukken land staan blank. Op de Cottonwood Family Campground in Chase weten we helemaal niet wat we zien! De ontvangst is aardig, maar meer dan de helft van het terrein staat onder water. Dat vinden ze zo vervelend voor ons, dat we het brandhout gratis krijgen. In het office ligt in een bench een Bull Mastiff van 15 weken. Zo leuk en lief!

De eigenaars hebben de camping nog maar kort geleden overgenomen, na het faillissement van de vorige. We moeten allerlei formulieren onderteken vanwege regels m.b.t. tot veiligheid en verantwoordelijkheid. Ze willen geen risico lopen. Ze hebben toch al zo'n moeilijke start. De overstromingen komen door het smeltwater van de meters sneeuw die in het voorjaar nog zijn gevallen en de overvloedige regen daarna. Van alle kanten stroomt het van de bergen Shuswap Lake in.

Naast de EUR 12,82 die we bij de reservering hadden betaald, moeten we CAD 40,30 bijbetalen voor 1 nacht. Niet bepaald goedkoop, helemaal niet als blijkt dat de sanitairgebouwen vanwege het hoge water helemaal niet te gebruiken zijn. Dus geen douches en geen spoeltoiletten, alleen wat dry toilets in een aanhanger. Gelukkig hebben we alles aan boord.

Er zijn amper gasten. Het deel met de door ons gereserveerde plek 150 staat nog net droog. Normaal ligt deze, gescheiden door een strandje, zeker 40 meter van het meer, maar we staan er nu pal naast en de golven komen wel heel dichtbij de camper. Van het haventje is ook niets te zien op de drijvende steigers na en op het deel van de camping aan de overkant, steken alleen de picknicktafels en servicekastjes bizar boven het water uit.

De man die het hout komt brengen, vertelt dat het water vorige week vrijdag in 1 dag 1,2 meter is gestegen. In totaal staat het 8 meter hoger dan normaal. In 40 jaar tijd is het niet zo hoog geweest.

Er wordt hard gewerkt om de plaatsen rond chalets en stacaravans droog te houden of te maken. Er zijn en worden dijkjes aangelegd van grind en zandzakken en pompen staan continue aan. Als we voor een plaats hadden gekozen in een ander deel, hadden we daar niet kunnen staan.

Ton en Wim stoken een vuurtje. In de zon is het heerlijk toeven en later eten we de restanten van onze voorraad op. Vlees van de barbecue, wedges, groentemix, puree en rauwkost. De laatste wijn erbij. Helaas de vakantie zit er bijna op. Na de afwas doen we een rondje camping, zien een gele vogel en een northern flicker. Later zijn er op het meer mergansers en loons en op een paaltje een bald eagle. Om 23.00 uur gaan we naar bed.

Revelstoke via Skunk Trail en Sicamous naar Chase aan het Shuswap Lake: 131 mile.

Cottonwood Family Campground, Chase: vooruit EUR 12,82 plus 40,30 dollar.


Terug naar overzicht



Donderdag 28 juni, van Chase via de Fraser Canyon naar Harrison Hot Springs

Tiny heeft vannacht wolven gehoord in de verte! Het is redelijk zonnig en het water staat nog net zo hoog. We sms- en, versturen WhatsApps en na het ontbijt zijn koelkast en vriezer bijna leeg.

Om 9.00 uur vertrekken we naar Harrison Hot Springs. Het is 16 graden. Het wordt een lange route, ongeveer 350 km over de Trans Canada Highway 1. In het begin is er een Bighorn Sheep alert. Langs de Thompson River, waar veel treinen door het dal denderen, komen we in het drukke Kamloops. In het droge gebied groeit alleen sagebrush op de grotendeels kale hellingen. Van Kamloops richting Lytton is het een stuk rustiger. Poeltjes langs de weg hebben witte randen. Van alkaline? Boven Kamloops Lake stoppen we voor het uitzicht op het meer. Op de glooiende hellingen zijn velden vol gele bloemen. In de bomen zitten waxwings, die verdacht veel lijken op pestvogels. Er staan bearcontainers en er wordt gewaarschuwd voor ratelslangen. Niet zo gek, want richting Cache Creek is het gortdroog. Echte desert. Koeien in kralen staan op kale grond. De beroemde Gold Rush Trail voert langs Ashcroft Manor. Inmiddels is het wel weer bewolkt. Ze kunnen ook hier niks voorspellen. Koud is het niet, zo'n 20 graden. Voor Lytton is de weg langs de Thompson River vol spectaculaire bochten. De rivier kolkt met hoge golven. Voor afwateringsgaten in de betonnen muurtjes langs de rivier liggen zandzakken om te voorkomen, dat het water de weg opstroomt. Op de bergen ligt hier ook weer sneeuw.

Het is wel fijn om weer in een weidser landschap te zijn, omdat ik meer uitzicht heb dan tussen de bomen in de Rockies. Maar de Rockies zijn absoluut mooier.

Bij Lytton stoppen we voor de lunch op een punt met een spoorbrug en een tunnel. Om 13.30 uur gaan we verder naar de Valley of the Fraser met Fraser Canyon. Daar stoppen we bij de Air Tram in Hell's Gate. De cabine gaat 190 meter naar beneden over de kolkende rivier en een suspension bridge. Er vliegen geel/rode tropisch ogende vogels rond, de Western Tanager.

Door een 7-tal tunnels, die in Europa absoluut niet aan de veiligheidseisen zouden voldoen, gaan we richting Hope. Fietsers moeten op een knop drukken voor een knipperlicht, zodat auto's en trucks rekening kunnen houden met hun aanwezigheid in de tunnel. Via Hope, in een vallei te midden van mooie bergen, en Agassiz bereiken we Harrison Hot Springs. Eerst rijden we het RV Park voorbij om bij het Harrison Lake te kijken en een restaurant te zoeken voor vanavond. Er is een groot Swiss restaurant, een Schwarzwald met Bavaria en Warsteiner en keus uit schnitzel of schnitzel. Jodelahiteeee! Dat is niet echt wat we zoeken. Morgan's Bistro, al op internet gezien, ziet er wel goed uit. Zowel vanaf het terras als binnen kun je op het meer kijken. Er hangt in het dorp een on-Canadese sfeer, maar toch niet als in het Duitstalige deel van de Alpen, eerder een mix van Annecy en het Meer van Genève. Wel veel kleinschaliger. Er zijn ook allerlei leuke winkeltjes en tentjes om te ontbijten. Jammer, dat het zo grauw is met laaghangende bewolking, anders zag het er veel aantrekkelijker uit.

We reserveren een tafel bij Morgan's Bistro en melden ons dan bij het Springs RV Resort. Het terrein staat propvol met voornamelijk vaste plaatsen aan laantjes. De rating is zeer goed, de ontvangst vriendelijk en we moeten weer alle vier tekenen voor de safety e.d. Ze vinden dat we een heel goed restaurant hebben gereserveerd.

Op de plek (92) gaan we meteen onze spullen inpakken, wat een heel gepuzzel is om alles goed verdeeld te krijgen over de koffers. Gelukkig hoeven we amper eetwaren weg te gooien.

Om 18.15 uur lopen we in een half uurtje naar het restaurant aan de boulevard. Beter dan de camper weer ergens te moeten parkeren, en goed voor de spijsvertering. In Morgan's Bistro neemt Ton een Toscaans kipgerecht, ik lamsbout met heerlijke saus. Gemengde groente en puree erbij. Toe Tiramisu (ik) en crème brulée. Het is heerlijk allemaal, maar ze weten wel van prijzen. De wijn zelfs 10 en 11 dollar per glas!

Helaas regent het als we teruglopen. We pakken verder in en Tiny en ik maken de camper al grotendeels schoon. Na een lekkere douche relaxen we nog even met een bakje koffie. Om 23.00 uur gaan we naar bed.

Van Chase via Kamloops, Cache Creek en Hope naar Harrison Hot Springs: 238 mile.

Springs RV Resort, Harrison Hot Springs: gereserveerd en al betaald, 1 nacht EUR 32,08.


Terug naar overzicht



Vrijdag 29 juni, van Harrison Hot Spring naar Langley en naar Vancouver voor terugvlucht.

De wekker gaat om 7.00 uur. Dit wordt een lange dag met de terugreis naar huis. We hebben niet best geslapen, warm binnen en kletterende regen buiten. Na het inpakken van de laatste spullen en nog wat schoonmaakwerk, vertrekken we om 8.10 uur. Het is grijs, de bewolking hangt op het Harrison Lake. Bij Country Café in Harrison Hot Springs ontbijten we. Ton Belgische wafels met aardbeien en whipped cream, ik een continental breakfast met multigrain toast met lekkere gezouten boter, vers fruit salade en vanille yoghurt.

Om 9.00 uur gaan we naar het eindpunt van onze campertrip, via Chilliwack en Abbottsford naar Langley en Traveland. In deze regio genaamd Heritage Discovery is veel fruitteelt en staan her en der leuke oude boerderijen.

Om 10.00 uur tanken we in Langley (erg duur) en even verder zijn we bij Candan Traveland. We hebben 3528 km gereden, dat is 28 km meer dan de 7 pakketten à 500 km die we betaald hadden, maar we hoeven niet bij te betalen. De RV wordt oké bevonden, terecht want die is netjes schoon en zonder schade. Onze laatste jerrycan drinkwater geven we aan Nederlanders die gaan vertrekken. Ze zijn aan het stechelen over een te kleine camper voor hun gezin. De Richmond taxi wacht al op ons voor de transfer naar het airport. Er staat een lange rij voor de incheckbalie. Tiny moet nu 100 dollar betalen voor de extra koffer, wat een stuk minder is, bijna de helft, dan de 144 euro die ze op Schiphol moest betalen. Waarom kost het in Nederland toch altijd de hoofdprijs? Na een snelle passage van de douane, wachten we in een grote lounge met veel planten, houtsnijwerk van de kustindianen en een prachtig aquarium op de boarding. Vliegtuigen naar Azië zijn allemaal vertraagd. Op internet lezen we, dat er in China een kaping is verijdeld. Misschien heeft het daarmee te maken.

In de omliggende winkeltjes kijken we rond, drinken bij Starbucks akelig slappe koffie en eten bij Tim Hortons lekkere chocoladebroodjes. Op de valreep koop ik nog leuke oorbellen voor Mairah, chocola voor Anja en maple nougat voor mezelf.

Om 15.45 uur gaat Wim al naar gate D 70, maar Ton, Tiny en ik snuffelen nog even bij een Swarovski stand en daar koop ik een mooie balpen met kleine kristalletjes in het buisje.

Het Air Transat toestel komt met vertraging aan en daardoor begint het boarden een half uur later. Om 17.12 uur is eindelijk iedereen binnen. Ze doen moeilijk. Ik mag mijn handtas niet eens bij me houden, die moet ook bovenin het bagagevak. Lastig. Maar we gaan op weg.

Rond 20.00 uur krijgen we eten. Pasta (ik) en kip met een broodje, slaatje en een madeleine cakeje. Niet vies, maar daar is alles mee gezegd. We zitten boven de Hudson Bay. Slapen lukt niet en ik weet niet meer hoe ik moet zitten op die smalle rotstoelen met te weinig beenruimte. Afwisselend gaan we lezen, muziek luisteren, cryptogrammen, maar de vlucht met deze maatschappij is geen succes. Rustig is het wel met nauwelijks turbulentie. De hele oceaan ligt onder een wolkendek. Er komt geen eind aan.

Het ontbijt, een kaneelbroodje, potje yoghurt en jus d'orange, is ijskoud en smakeloos.

Pas voor de Nederlandse kust is er een mix van zon en wolken. En er staat flink wat wind, waardoor de landing op de Polderbaan nogal onrustig verloopt. Om 11.30 uur staan we aan de gate en moeten vervolgens wel een half uur wachten tot eindelijk de bagageband in beweging komt. Gelukkig is alle bagage er. We bellen met Manon, die heeft een taxi geregeld, en die staat bij vertrekhal 3C, dus moeten we naar boven. Om 13.00 uur zijn we thuis.

De katten zijn erg blij, zeker Tijger. Jamie heeft wat meer tijd nodig om onze lange afwezigheid te vergeven. Tiny en Wim drinken nog even koffie bij ons en gaan dan op huis aan. En zo zijn er 3,5 week omgevlogen en kijken we terug op een gave vakantie met helaas wel minder mooi weer, in totaal maar 6 zonnige dagen. We bewaren hele mooie herinneringen, zoals de schitterende natuur, de walvissen, roofvogels, groot en klein wild en de beren, maar ook de goede camper en, heel belangrijk, de gezelligheid met elkaar! Als het aan ons vieren ligt, komt er zeker een volgende camperreis.


Terug naar overzicht